ECLI:NL:HR:2025:260

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
23/03949
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over octrooirecht en inventiviteit in de zaak Teva c.s. tegen BMS

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, hebben de eiseressen, Teva B.V., Teva Nederland B.V. en Pharmachemie B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als Teva c.s.), beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank Den Haag en betreft een geschil over octrooirecht, specifiek de vraag of er sprake is van een gebrek aan inventiviteit in de octrooiaanvraag van Teva. De Hoge Raad heeft de klachten van Teva c.s. over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft Teva c.s. in de proceskosten verwezen, waarbij BMS vergoeding van de kosten in cassatie heeft gevorderd. De Hoge Raad heeft beslist dat Teva c.s. de kosten van het geding in cassatie moet vergoeden, die zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 60.000,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/03949
Datum14 februari 2025
ARREST
In de zaak van
1. TEVA B.V.,
gevestigd te Haarlem,
2. TEVA NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Haarlem,
3. PHARMACHEMIE B.V.,
gevestigd te Haarlem,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Teva c.s.,
advocaat: A.M. van Aerde,
tegen
BRISTOL-MYERS SQUIBB HOLDINGS IRELAND UNLIMITED COMPANY,
gevestigd te Dublin, Ierland,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: BMS,
advocaten: T. Cohen Jehoram en J.J. Valk.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/09/646434 / KG ZA 23-322 van de rechtbank Den Haag van 31 mei 2023;
b. het arrest in de zaak 200.328.173/01 van het gerechtshof Den Haag van 15 augustus 2023.
Teva c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
BMS heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor BMS mede door R. Sheombar.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

2.1
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2.2
Als de in cassatie in het ongelijk gestelde partij dienen Teva c.s. te worden verwezen in de proceskosten. Nu BMS op de voet van art. 1019h Rv vergoeding van de kosten in cassatie heeft gevorderd en partijen overeenstemming hebben bereikt over de ter zake op de voet van deze bepaling toe te schatten kosten, zal de Hoge Raad dienovereenkomstig beslissen (Indicatietarieven in octrooizaken Hoge Raad punt 4).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Teva c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van BMS begroot op € 857,-- aan verschotten en € 60.000,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Teva c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.M. Wattendorff, als voorzitter, F.J.P. Lock, F.R. Salomons, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
14 februari 2025.