Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
18 februari 2025.
Hoge Raad
Op 18 februari 2025 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, gedateerd 9 november 2023. Het zaaknummer is 23/04495. De verdachte, geboren in 1966, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof. De verdediging werd gevoerd door advocaat P. van de Kerkhof uit Tilburg, die cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de ingediende cassatiemiddelen beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven voor dit oordeel, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Deze uitspraak is gedaan door vice-president M.J. Borgers als voorzitter, samen met raadsheren M. Kuijer en T. Kooijmans, en in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting.