Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
18 februari 2025.
Hoge Raad
Op 18 februari 2025 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 23/04526. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, die werd bijgestaan door advocaat A.A. Franken uit Arnhem. De zaak betreft een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 9 november 2023 uitspraak deed in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven voor dit oordeel, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de uitspraak van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is gewezen door vice-president M.J. Borgers als voorzitter, samen met raadsheren M. Kuijer en T. Kooijmans, in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Schnetz.