Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
- op 1 september 2011, een bedrag van € 4.500,00 en
vanaf derdengeldenrekening [rekeningnummer 3] tnv Derdengelden [A] te [plaats] naar (ING) rekening [rekeningnummer 2] ten name van [betrokkene] :
- op 4 maart 2011, een bedrag van € 86.231,00 en
- op 8 april 2011, een bedrag van € 114.261,00 en
- op 18 augustus 2011, een bedrag van € 22.173,00 en
- op 23 december 2011, bedrag van € 8.685.14 en
- op 9 maart 2012, een bedrag van € 67.190,86 en
- op 21 mei 2012, een bedrag van € 10.023,00 en
- op 21 mei 2012, een bedrag van € 54.040,00 en
- op 18 juli 2012, een bedrag van € 34.401,00 en
- op 18 juli 2012, een bedrag van € 49.052,00
- een of meer andere (rechts)perso(o)n(en),
welke geldbedragen hij, verdachte, als kantoormanager bij notariskantoor [A] te [plaats] , anders dan door een misdrijf/misdrijven, telkens onder zich had, wederrechtelijk heeft toegeëigend.”
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
5.Beslissing
18 februari 2025.