ECLI:NL:HR:2025:326

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 maart 2025
Publicatiedatum
24 februari 2025
Zaaknummer
22/03982
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van bewezenverklaring van diefstal in vereniging met verbreking door ontoereikende motivering

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 maart 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was beschuldigd van diefstal van twee bromscooters, gepleegd in vereniging met anderen, waarbij gebruik was gemaakt van verbreking. De bewezenverklaring was gebaseerd op camerabeelden en verklaringen van aangevers en verbalisanten. De verdediging voerde aan dat het hof een ontoelaatbare conclusie van de verbalisant had gebruikt voor het bewijs en dat de bewezenverklaring onvoldoende was gemotiveerd. De Hoge Raad oordeelde dat het hof inderdaad een ontoelaatbare conclusie had getrokken uit de bewijsmiddelen, waardoor de bewezenverklaring niet voldoende was onderbouwd. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en wees de zaak terug naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering en de noodzaak voor een duidelijke motivering van de bewezenverklaring.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/03982
Datum11 maart 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 oktober 2022, nummer 20-000146-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.W. Heemskerk, advocaat in Roermond , bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof een ontoelaatbare conclusie van de verbalisant [verbalisant 1] voor het bewijs heeft gebruikt en dat de bewezenverklaring ontoereikend is gemotiveerd, omdat uit de bewijsmiddelen niet naar voren komt welke feitelijke handelingen de verdachte en zijn medeverdachten hebben verricht.
2.2.1
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“hij in de periode van 12 juni 2021 tot en met 13 juni 2021 te [plaats] tezamen en in vereniging met anderen
- een bromscooter (merk Vespa Piaggio), die aan [aangever 1] toebehoorde,
- een bromscooter (merk Piaggio C25), die aan [aangever 2] toebehoorde,
heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen bromscooters onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.”
2.2.2
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 1 augustus 2021 (...) voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 2] :
(...)
Op zaterdag 12 juni 2021 omstreeks 16.00 uur was ik samen met mijn vriend [aangever 1] bij de flat [A] aan de [a-straat] te [plaats] . Wij hebben onze bromscooters naast elkaar in de berging/stalling onder de flat gezet en de bromscooters met 1 kettingslot aan elkaar vastgemaakt. Ook had ik de bromscooter op het stuurslot gezet.
Toen wij op zondag 13 juni omstreeks 12.00 uur in de berging/stalling kwamen, zagen wij dat beide bromscooters waren weggenomen. Ook het kettingslot waarmee beide bromscooters waren vastgezet was weg.
(...)
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
(...)
Bijlage goederen
Voertuig: Bromfiets (Bromscooter)
Merk/type: Piaggio C25
Eigenaar: [aangever 2]
2. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 13 juni 2021 (...) voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 1] :
(...)
Ik wens aangifte te doen van diefstal van mijn bromscooter met het Duitse kenteken [kenteken] .
Ik had deze scooter met een ketting afgesloten aan een andere Duitse scooter. Ook is de scooter afgesloten met een stuurslot.
Ik parkeerde deze scooter gisteren 12 juni 2021 omstreeks 16.00 uur in de kelder van de flat, [A] , aan de [a-straat] in [plaats] . Ik liet mijn bromscooter intact en afgesloten achter. Zojuist ontdekte ik de diefstal van de scooters.
Niemand had het recht of de toestemming mijn scooter weg te nemen.
(...)
Bijlage goederen
Voertuig: Bromfiets (Bromscooter)
Merk/type: Vespa Piaggio
Eigenaar: [aangever 1]
3. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2021 met afdrukken van camerabeelden (...) voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
(...)
Camerabeelden ontvangen van de bewakingscamera’s in de flat [A] , gelegen aan de [a-straat 1] in [plaats] .
Op 1 van de beelden is te zien hoe 3 personen de 2 scooters uit die flat stelen op 13 juni 2021 om 02.38 uur. Van de beelden zijn 4 afdrukken bij dit proces-verbaal gevoegd.
4. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2021 (...) voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Ik kreeg op donderdag 1 juli 2021 beelden te zien van collega [verbalisant 1] . Op deze beelden zou een drietal personen te zien zijn dat op 13 juni 2021 scooters gestolen heeft in flat [A] .
Ik zag op camerabeelden een blanke man. Deze man droeg een zwarte gewatteerde jas, capuchon, grijze/lichtgekleurde spijkerbroek en sneakers. Toen ik de camerabeelden voor de eerste keer bekeek, herkende ik deze man direct als [verdachte] .
5. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 9 september 2021 met foto (...) voor zover inhoudende als weergave van de verklaring van de verdachte:
(...)
Hierbij worden de vragen van de verbalisant voorafgegaan door de letter V.
De opmerking(en) van de verbalisant worden voorafgegaan door de letter O.
Het antwoord van de verdachte wordt voorafgegaan door de letter A.
(...)
V: Waar ben je geweest in de nacht van 12 op 13 juni 2021?
A: In [plaats] .
O: Ik laat je nu een aantal foto’s zien. Vertel eens wie die personen zijn?
V: foto 2 (...).
A: Dat ben ik.
6. De waarneming van het hof in raadkamer, inhoudende dat voormelde foto (...), betreft een still van de camerabeelden (waarover is gerelateerd in het proces-verbaal bevindingen onder bewijsmiddel 3) waarop een blanke man te zien is in een fiets/scooterstalling die een zwarte gewatteerde jas met capuchon, een grijze/lichtgekleurde spijkerbroek en sneakers droeg.
7. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 16 september 2021 met foto’s (...) voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van de medeverdachte [medeverdachte] :
(...)
O: Ik laat je nu enkele foto's zien. Ik hoor graag van jou wie jij op de foto’s herkent. Foto’s worden als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
V: Foto 1 (toevoeging hof: als weergegeven op pg 55 met handgeschreven tekst ‘2021089926-8-1’).
A: Dat is de persoon waar we het net over hadden. Dat is [verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte).
V: Foto 2 (toevoeging hof: als weergegeven op pg 56 met handgeschreven tekst ‘2021089926-8-2’).
A: Dat is dezelfde.
V: Foto 3 (toevoeging hof: als weergegeven pg 57 met handgeschreven tekst ‘2021089926-8-3’).
A: Dat ben ik.
8. De waarnemingen van het hof in raadkamer, inhoudende dat
- voormelde foto op pagina 55 in het politiedossier met bijschrift ‘2021089926-8-1’, betreft een foto van een blanke man, welke foto blijkens het proces-verbaal van bevindingen op pg. 18 is gemaakt van de verdachte door verbalisant [verbalisant 2] op 3 mei 2021;
- voormelde foto op pagina 56 in het procesdossier met bijschrift ‘2021089926-8-2’, betreft dezelfde still van de camerabeelden als hiervoor waargenomen onder bewijsmiddel 6 (waarover is gerelateerd in het proces-verbaal bevindingen onder bewijsmiddel 3) waarop een blanke man te zien is in een fiets-/scooterstalling die een zwarte gewatteerde jas met capuchon, een grijze/lichtgekleurde spijkerbroek en sneakers droeg;
- voormelde foto op pagina 57 in het politiedossier met bijschrift ‘2021089926-8-3’, betreft een still van de camerabeelden afkomstig van de bewakingscamera's in de flat [A] , gelegen aan de [a-straat 1] in [plaats] , van de nacht van 13 juni 2021; op die camerabeelden heeft het hof 3 personen waargenomen in een fiets-/scooterstalling, waaronder de op deze still afgebeelde blanke jongeman met een groene bodywarmer met daaronder een donkere capuchon en mouwen en een donkerkleurig petje, drinkend aan een blikje.”
2.2.3
Volgens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte daar onder meer aangevoerd:
“Het hoger beroep is gericht tegen de bewezenverklaring en de straf. Primair verzoek ik het hof om de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde. Er zijn videobeelden aanwezig, maar er is verder niet uitgebreid gerapporteerd. Het dossier is mijns inziens te mager om tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde te komen.”
2.2.4
Het hof heeft over de bewezenverklaring verder overwogen:
“De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit, aangezien het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om tot een bewezenverklaring te komen.
Het betoog van de raadsman in hoger beroep dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde, wordt naar het oordeel van het hof weerlegd door de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen. De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.”
2.3
Voor zover het als bewijsmiddel 3 gebruikte proces-verbaal van bevindingen inhoudt dat op beelden van de bewakingscamera’s van de flat [A] in [plaats] “is te zien hoe 3 personen de 2 scooters uit die flat stelen”, heeft het hof een verklaring gebruikt die een ontoelaatbare conclusie inhoudt (vgl. HR 15 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2847). De bewezenverklaring is daarom ontoereikend gemotiveerd, mede in aanmerking genomen dat uit de bewijsvoering wel naar voren komt dat de verdachte, samen met twee anderen, die nacht in de stalling van die flat aanwezig was, maar niet op grond van welke gedragingen van de verdachte het hof heeft geconcludeerd dat hij zich daar heeft schuldig gemaakt aan de bewezenverklaarde diefstal in vereniging met verbreking.
2.4
Het cassatiemiddel slaagt.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren T.B. Trotman en R. Kuiper, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 maart 2025.