Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
Ik heb de Porsche van [A] B.V. gekocht met een kapotte motor en er mankeerde nog meer aan. In augustus 2020 vond de koop al plaats. Ik heb er € 17.500,- voor betaald in vier termijnen en dan zou ik pas het kentekenbewijs krijgen, want [betrokkene 1] wilde zekerheid. Ik overleg hierbij de factuur (...). De laatste termijn heb ik contant betaald. (...) Die auto had daarvoor al eens in beslag gestaan, met dezelfde motor. Toen is de auto gewoon retour gekomen. Dus ik had geen reden om te wantrouwen. Het vervelende is dat ik al een nieuw blok gekocht heb. Dus het zou voor ons een kleine moeite zijn om die oude eruit te halen en die andere erin te plaatsen. (...) Ik hoor u spreken over een mogelijke geldelijke tegemoetkoming, op grond van de artikelen 33c en 36b van het Wetboek van Strafrecht. Van de vierde termijnbetaling heb ik geen bewijs. Dus dan zou ik met een tegemoetkoming voor die drie termijnen ook tevreden zijn, maar het liefste wil ik de auto terug.
Ten tijde van de eerdere zitting heeft het Openbaar Ministerie aangegeven dat de gehele auto onttrokken dient te worden. Daarna is de behandeling aangehouden om te kijken of er ruimte bestaat voor een schadevergoeding. Het standpunt was (...) dat het Openbaar Ministerie zich verzet tegen het verwijderen van het blok uit de Porsche. De politie is geen garage. Zulks is ook in de andere beklagprocedure geoordeeld. Er zou volgens de belanghebbende geen reden zijn om het motorblok te checken. Want de auto was eerder al eens in beslag genomen en toen teruggegeven door de politie. Dat klopt, maar dat beslag was onder [A] B.V. Dus dat was voor de levering van de Porsche aan [belanghebbende] B.V. Toen was het originele motorblok mogelijk nog aanwezig. Maar het is een feit van algemene bekendheid dat er in de handel omgekatte auto’s zijn. Dit controleren is in het eigen belang van de handelaar. Hij had kunnen voorkomen dat hij een kat in de zak kocht.
Subsidiair verzoek ik u om compensatie toe te kennen. Het ging om een groot aankoopbedrag dus cliënt werd daardoor onevenredig zwaar getroffen.
Juist omdat de auto al eens in beslag genomen was geweest en was teruggegeven ging cliënt ervan uit dat het goed zat. (...)
3.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
4.Beslissing
22 april 2025.