ECLI:NL:HR:2025:648

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
23/01665
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over wederspannigheid in het kader van een boerenprotest nabij de woning van de minister voor Natuur en Stikstof

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 april 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 17 april 2023 werd gewezen. De zaak betreft een boerenprotest nabij de woning van de toenmalige minister voor Natuur en Stikstof. De verdachte, geboren in 1998, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof, waarin werd geoordeeld dat er sprake was van wederspannigheid zoals bedoeld in de artikelen 180 en 182 van het Wetboek van Strafrecht. De advocaat M.J.J.E. Stassen heeft namens de verdachte cassatiemiddelen voorgesteld, terwijl de advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft daarbij verwezen naar een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2025:646) waarin de redenen voor de verwerping van het cassatieberoep zijn uiteengezet. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen, zonder verdere motivering, omdat de klachten niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/01665
Datum22 april 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 april 2023, nummer 21-004263-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat M.J.J.E. Stassen bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het hof dat sprake is van wederspannigheid als bedoeld in de artikelen 180 en 182 van het Wetboek van Strafrecht.
2.2
De bewezenverklaring en de door het hof gebruikte bewijsvoering zijn weergegeven in de conclusie van de advocaat-generaal onder 3.2, 2.3 en 3.4.
2.3
Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 23/01663, ECLI:NL:HR:2025:646.

3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
22 april 2025.