Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
13 mei 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 15 maart 2023 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1962, is in 2018 in Huissen betrokken geweest bij een incident dat voortkwam uit een kroegruzie. Tijdens dit voorval heeft hij twee keer krachtig tegen het hoofd van een ander geschopt, terwijl deze op de grond lag. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ingesteld door de verdachte, waarbij zijn advocaat S.F.W. van 't Hullenaar een schriftuur heeft ingediend. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen slagen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten het cassatieberoep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 13 mei 2025, waarbij het beroep niet-ontvankelijk is verklaard.