Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
20 mei 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 6 juni 2024. De verdachte, geboren in 1978, was betrokken bij een schietincident in een pizzeria in Amsterdam in 2019, waarbij hij werd beschuldigd van gekwalificeerde doodslag op de man van de restauranthouder en poging tot moord op een restaurantbezoeker. De advocaat J. Kuijper heeft namens de verdachte cassatiemiddelen ingediend, terwijl de advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.