Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
16 mei 2025.
Hoge Raad
In deze zaak hebben verzoekers, bestaande uit [verzoekster] en 619 anderen, cassatie ingesteld tegen Seaport Development N.V. naar aanleiding van een geschil over een overeenkomst van timeshare. De Hoge Raad heeft op 16 mei 2025 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, waarbij de verzoekers in cassatie zijn vertegenwoordigd door advocaat K. Aantjes en de verweerder, Seaport, door advocaten J.W.H. van Wijk en J.B.B. Heinen. De zaak betreft een kort geding waarin de verzoekers een bijdrageverplichting voor renovatiekosten van timeshare-eigendommen betwisten. De Hoge Raad heeft de processtukken van de lagere instanties, waaronder het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba en het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, in overweging genomen. De Advocaat-Generaal R.H. de Bock heeft geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten van de verzoekers beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het vonnis van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de verzoekers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 361,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.