ECLI:NL:HR:2025:759

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 mei 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
24/02140
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bijdrageverplichting van timesharegerechtigden voor renovatiekosten in kort geding

In deze zaak hebben verzoekers, bestaande uit [verzoekster] en 619 anderen, cassatie ingesteld tegen Seaport Development N.V. naar aanleiding van een geschil over een overeenkomst van timeshare. De Hoge Raad heeft op 16 mei 2025 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, waarbij de verzoekers in cassatie zijn vertegenwoordigd door advocaat K. Aantjes en de verweerder, Seaport, door advocaten J.W.H. van Wijk en J.B.B. Heinen. De zaak betreft een kort geding waarin de verzoekers een bijdrageverplichting voor renovatiekosten van timeshare-eigendommen betwisten. De Hoge Raad heeft de processtukken van de lagere instanties, waaronder het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba en het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, in overweging genomen. De Advocaat-Generaal R.H. de Bock heeft geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten van de verzoekers beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het vonnis van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de verzoekers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 361,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/02140
Datum16 mei 2025
ARREST
In de zaak van
[verzoekster] en 619 anderen als vermeld op de bijlage bij de akte van hoger beroep,
gekozen woonplaats in [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
hierna: [verzoekers],
advocaat: K. Aantjes,
tegen
SEAPORT DEVELOPMENT N.V.,
gevestigd te Oranjestad West, Aruba,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Seaport,
advocaten: J.W.H. van Wijk en J.B.B. Heinen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak AUA202201097 van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 25 mei 2022;
b. het vonnis in de zaak AUA202201097 - AUA2022H00144 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 9 april 2024.
[verzoekers] hebben tegen het vonnis van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Seaport heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het vonnis van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat vonnis. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [verzoekers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Seaport begroot op € 361,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [verzoekers] deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren H.M. Wattendorff en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
16 mei 2025.