ECLI:NL:HR:2025:760

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 mei 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
24/04559
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid hoger beroep tegen beschikking rechter-commissaris in faillissementsrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 mei 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van RENT A PADELCOURT INTERNATIONAL B.V. (hierna: RAPI) tegen de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland. RAPI had beroep in cassatie ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechter-commissaris en de rechtbank, die beide betrekking hadden op het faillissement van VIDREA BUYING B.V. en VIDREA RETAIL B.V. De Hoge Raad heeft de klachten van RAPI beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de beschikking van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom het oordeel was genomen, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van RAPI verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders, Buying en Retail, op nihil zijn begroot.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/04559
Datum16 mei 2025
BESCHIKKING
In de zaak van
RENT A PADELCOURT INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: RAPI,
advocaten: J. van Weerden en E.J.H. Zandbergen,
tegen
1. V.H.B. KRUIT,
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van VIDREA BUYING B.V.,
kantoorhoudende te [plaats], en
2. M.J. COOLS,
3. R. DULACK,
in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van VIDREA RETAIL B.V.,
kantoorhoudende te [plaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna: Buying en Retail,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak F. 16/20/365 van de rechter-commissaris in de rechtbank Midden-Nederland van 10 juni 2024;
b. de beschikking in de zaak F. 16/20/365 van de rechtbank Midden-Nederland van 3 december 2024.
RAPI heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
Buying en Retail hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van RAPI heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt RAPI in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Buying en Retail begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, S.J. Schaafsma en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
16 mei 2025.