Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
23 mei 2025.
Hoge Raad
In deze zaak hebben de huurders, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft de beëindiging van een huurovereenkomst voor een stacaravan op een woonerf. De Hoge Raad heeft de klachten van de huurders over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er bijzondere omstandigheden aanwezig zijn die het beroep op huurbescherming naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar maken. De Hoge Raad heeft de huurovereenkomst beëindigd en bepaald dat de huurders het gehuurde uiterlijk op 1 september 2025 moeten ontruimen. Tevens zijn de huurders veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 361,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet tijdig worden voldaan.