Uitspraak
1.Procesverloop
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
13 juni 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juni 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat M.W. van der Heijden, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 30 april 2024. Dit arrest volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 13 juli 2022. De zaak betreft een geschil over wie de wederpartij is bij een overeenkomst. Het hof heeft uitspraak gedaan zonder een voorlopig getuigenverhoor af te wachten, wat aanleiding gaf tot klachten van de eiseres. De Advocaat-Generaal P. Vlas heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerder op nihil zijn begroot.