ECLI:NL:KTGAMF:2000:AA7370

Kantongerecht Amersfoort

Datum uitspraak
13 september 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
198372 EJ 00-2154
Instantie
Kantongerecht Amersfoort
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.H. Geertsema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst en beoordeling van arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. op 21 juni 2000 een verzoekschrift ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder]. [Verweerder] heeft hierop gereageerd met een verweerschrift. De behandeling vond plaats op 22 augustus 2000, waarbij zowel de directeur van het bedrijf als de advocaat-gemachtigde aanwezig waren, evenals [verweerder] en zijn gemachtigde. De zaak draait om de vraag of de arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden, gezien de arbeidsongeschiktheid van [verweerder].

[Verweerder] is sinds 1 mei 1996 in dienst bij Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. en ontving een bruto maandsalaris van € 3.605,- exclusief vakantietoeslag. In 1999 werd hem een WAO-uitkering toegekend. [Verweerder] stelt dat hij momenteel wegens ziekte niet in staat is om te werken en dat het bedrijf geen goedgekeurd reïntegratieplan heeft overgelegd. Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. betwist dit en stelt dat de ziekte van [verweerder] niet relevant is, omdat hij gedetineerd is geweest.

De kantonrechter oordeelt dat Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek, omdat [verweerder] ten tijde van het verzoekschrift ziek was en het bedrijf geen reïntegratieplan heeft overgelegd. De kantonrechter wijst erop dat de wetgever bij de invoering van artikel 7:685 BW heeft geëist dat een werkgever in geval van ziekte een goedgekeurd reïntegratieplan moet overleggen. De beslissing van de kantonrechter is dat Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. in de proceskosten wordt veroordeeld.

Uitspraak

198372 EJ 00-2154
13 september 2000
KANTONGERECHT TE AMERSFOORT
Beschikking in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V.,
gevestigd te Veenendaal,
advocaat-gemachtigde: mr H. Braak te Veenendaal,
- t e g e n -
[VERWEERDER],
wonende te [woonplaats],
gemachtigde: mr M.J. Kolijn- van de Merwe [FNV Ledenservice te Bunnik].
. Het procesverloop
Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. heeft op 21 juni 2000 een verzoekschrift ingediend.
Daar heeft [verweerder] bij verweerschrift op gereageerd.
De zaak is behandeld op de terechtzitting van 22 augustus 2000; daar waren bij aanwezig namens Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. haar directeur,alsmede haar advocaat-gemachtigde; voorts waren aanwezig [verweerder] en zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling is heden uitspraak bepaald.
Het geschil en de beoordeling daarvan
1. Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. verzoekt de arbeidsovereenkomst tussen partijen op de kortst mogelijke termijn te ontbin-den
2. [verweerder] verzoekt primair om Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. niet-ontvankelijk te ver-kla-ren in haar verzoek, aangezien hij momenteel wegens ziekte niet in staat is de overeengekomen arbeid te verrich-ten, en Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. geen door de Landelijk instituut sociale verzekerin-gen [hierna: Lisv] goedgekeurd reïntegratie-plan heeft overge-legd. Subsi-diair bepleit [verweerder] afwijzing van het ver-zoek, wegens het ontbreken van een dringende reden dan wel een wijziging in de omstandigheden.
3. [Verweerder] is per 1 mei 1996 bij Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. in dienst getreden, waar hij laatstelijk in de functie van lasser een bruto maandsala-ris genoot van ¦ 3.605,- exclusief 8% vakantietoeslag.
Hem is in 1999 een WAO-uitkering toegekend.
[Verweerder] is thans 47 jaar oud.
4. Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. stelt zich op het standpunt dat de overlegging van een reïntegratieplan, als bedoeld in artikel 7:685, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek [BW], niet nodig is. Immers [verweerder] is vanaf sep-tember 1999 gedetineerd; naar aanleiding daarvan is sinds 4 juni 2000 zijn WAO-uitkering ingetrokken, waardoor controle op het eventueel ziek zijn van [verweerder] ont-breekt. Indien een werk-ne-mer gedetineerd is dient die oorzaak van verhindering om ar-beid te verrichten -aldus Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. - te preva-leren boven een eventuele ar-beidsongeschiktheid.
5. De kantonrechter kan het standpunt van Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. niet volgen. Vast staat dat [verweerder] -reeds vóórdat hij gedetineerd werd- ar-beidson-geschikt was en in verband daarmee een WAO-uitkering ge-noot. Die uitkering is niet beëindigd op grond dat [verweerder] weer her-steld was, maar omdat hij gedetineerd was. Dit blijkt uit de overgelegde gegevens van GAK Nederland B.V.. Er is geen verkla-ring overgelegd waaruit blijkt dat [verweerder] weer hersteld is. Overigens heeft [verweerder] aangevoerd dat hij, nadat hij op 10 juli 2000 uit detentie ontslagen was, weer een WAO-uitkering heeft aange-vraagd omdat hij van oordeel is dat hij nog steeds wegens ziekte niet kan werken; in verband daarmee zou op 31 au-gustus 2000 een nieuwe beoordeling plaatsvinden.
6. Bij de invoering van artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek heeft de wetgever -zoals niet alleen uit de tekst van het ar-tikel, maar ook uit de wetsgeschiedenis blijkt- uitdrukke-lijk verlangd dat de werkgever, in geval van arbeidsverhindering van de werknemer wegens ziekte, een door het Lisv goedgekeurd reïntegratie-plan wordt overge-legd. Gebeurt dat niet, dan moet de werkgever niet ontvanke-lijk worden ver-klaard.
7. Het hierboven overwogene leidt tot het oordeel dat Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. in zijn verzoek niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat aan-nemelijk is geworden dat [verweerder] ten tijde van ontvangst van het verzoekschrift ter griffie [en naar het zich laat aanzien ook thans nog] door ziekte verhinderd was zijn arbeid te ver-richten, en Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. geen reïntegratieplan heeft overgelegd. Daarbij zal zij -als zijnde de in het ongelijk ge-stelde par-tij- moeten opkomen voor de proceskosten.
III. De beslissing
De kantonrechter:
- verklaart Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. niet ontvankelijk in haar verzoek;
- veroordeelt Handels- en Constructiebedrijf H. Hardeman B.V. in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [verweerder] vastgesteld op ¦ 600,- aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr J.H. Geertsema, kanton-rechter, en is in het bijzijn van de griffier uitge-spro-ken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 september 2000.