ECLI:NL:KTGEMM:2000:AA8587

Kantongerecht Emmen

Datum uitspraak
13 september 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
00-503
Instantie
Kantongerecht Emmen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M.H. Pauw
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de rechtsgeldigheid van een colportagecontract en schadevergoeding

In deze zaak, uitgesproken op 13 september 2000 door het Kantongerecht te Emmen, gaat het om een geschil tussen een besloten vennootschap, eiseres, en een gedaagde die zich had geabonneerd op een leesmap. De gedaagde stelde dat het contract niet voldeed aan de vereisten van de Colportagewet en dat het contract niet rechtsgeldig was vanwege onwaarheden die aan haar waren verteld. Eiseres ontkende deze beschuldigingen en stelde dat de gedaagde op de hoogte was van de voorwaarden van het abonnement.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende bewijs had geleverd voor haar stellingen. De rechter concludeerde dat de gedaagde op de hoogte was van de mogelijkheid om het contract te annuleren en dat er geen bewijs was dat de gedaagde onder druk was gezet om het contract te ondertekenen. De kantonrechter wees de vordering van eiseres tot schadevergoeding van f.168,00 toe, vermeerderd met wettelijke rente, en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en de verplichtingen van partijen bij het aangaan van overeenkomsten, vooral in het kader van colportage. De rechter stelde vast dat de gedaagde niet had aangetoond dat zij niet zelf haar wil had bepaald bij het aangaan van de overeenkomst, en dat de commerciële belangen van de gemachtigde niet ten koste mochten gaan van de rechten van de gedaagde. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

KANTONGERECHT TE EMMEN.
Zaaknr. 69728 \ 00-503
vonnis d.d. 13 september 2000
Vonnis in de zaak van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid xxx, gevestigd te xxx, te dezer zake woonplaats kiezende te xxx
EISERES bij exploit van dagvaarding d.d. 17 februari 2000;
gemachtigde, xxx
TEGEN:
xxx,
GEDAAGDE bij gemeld exploit van dagvaarding,
schriftelijk gevolmachtigde, xxx
Overwegingen:
De feiten en de vordering.
1. Op 25 juni 1999 heeft gedaagde zich met ingang van de eerste week van oktober 1999 voor de duur van één jaar geabonneerd op een door eiseres uitgegeven leesmap voor de prijs van f.5,60 per week. Gedaagde heeft in dat verband als cadeau gekozen voor een koffiezetter/waterkoker.
1.1. xxx heeft het contract met eiseres op verzoek van gedaagde opgezegd.
1.2. Eiseres heeft bij brief van 29 oktober 1999 conform artikel 5 van de abonnementsvoorwaarden de afgesloten overeenkomst ontbonden en een schadevergoeding gevorderd van 30 weken abonnementsgeld ten bedrage van f.168,00.
1.3. Eiseres vordert dat gedaagde wordt veroordeeld haar te voldoen wegens schadevergoeding een bedrag van f.168,00 en wegens buitengerechtelijke incassokosten een bedrag van f.75,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over f.168,00 vanaf 30 dagen na factuurdatum berekend tot 10 februari 2000 en bedragend f.2,82, alsmede met de wettelijke rente over f.168,00 vanaf de datum der dagvaarding tot aan de datum der algehele voldoening, een en ander met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
Het verweer van gedaagde
2. xxx heeft namens gedaagde gesteld dat het contract niet voldoet aan de vereisten die daar volgens de Colportagewet aan mogen worden gesteld en dat door alle onwaarheden die aan gedaagde verteld zijn het contract sowieso niet rechtsgeldig kan zijn. Bovendien had de colporteur van eiseres zich moeten laten informeren wanneer de einddatum bij xxx was en had gedaagde vervolgens een nieuw contract moeten laten tekenen daar het eerste contract niet geldig kon zijn in verband met de ingangsdatum.
De reactie van eiseres.
3. Omdat niet altijd bij een abonnee van xxx bekend is wanneer het contract met xxx kan worden opgezegd, wordt altijd de afspraak gemaakt dat abonnees nooit kunnen worden geconfronteerd met twee leesmappen, maar dat een leesmap van eiseres pas wordt aangeboden als de abonnee niet meer gebonden is aan het contract met xxx. Eiseres ontkent dat er leugens aan gedaagde zijn verteld voor de totstandkoming van de overeenkomst.
Beoordeling.
4. Vaststaat dat partijen een overeenkomst hebben gesloten waarop de Colportagewet van toepassing is. Gedaagde is die overeenkomst met eiseres aangegaan voor een periode van één jaar. Als vaststaand mag verder worden aangenomen dat gedaagde voor een abonnement bij eiseres heeft gekozen omdat eiseres voor het aangaan van een abonnement een cadeau aanbood.
4.1. De beschikbare gedingstukken verschaffen de kantonrechter geen enkel inzicht in de (omvang, variëteit, ouderdom en prijsstelling van de) leesmappen van eiseres en xxx, laat staan dat zij inzicht verschaffen in de verschillen daarvan. Tevens valt uit de gedingstukken niet op te maken dat gedaagde niet zonder problemen van de oude leesmap had kunnen afkomen of dat gedaagde gedurende een bepaalde tijd tegelijkertijd een leesmap van eiseres en van xxx had moeten afnemen. De kantonrechter kan en zal dan ook de namens gedaagde door xxx geponeerde stelling daarlaten dat gedaagde het contract op basis van leugens zou hebben gesloten.
4.2. Voorts is de kantonrechter niet gebleken dat gedaagde het abonnement op de leesmap van eiseres (ook) zou hebben geannuleerd als xxx haar daar niet toe had bewogen. In dit verband heeft de kantonrechter niet de overtuiging verkregen dat gedaagde zelf haar wil heeft bepaald. Niet uitgesloten kan worden dat in geen geval gedaagde's wil maar uitsluitend het commerciële belang van xxx, die zich nota bene als gemachtigde van gedaagde opwerpt, aan de annulering ten grondslag heeft gelegen.
5. Waar vaststaat dat gedaagde er uitdrukkelijk op is gewezen dat zij de overeenkomst met eiseres binnen de daarvoor gestelde termijn ongedaan kon maken (in de door gedaagde ondertekende overeenkomst is daartoe een 'kant en klare' opzeggingsbrief geadresseerd aan eiseres opgenomen), waar moet worden aangenomen dat gedaagde op grond van de voor de totstandkoming van de overeenkomst met eiseres gemaakte afspraken in de praktijk niet tegelijkertijd zowel de leesmap van eiseres als die van xxx zou hebben ontvangen en waar de in het geding zijnde overeenkomst een duur heeft van één jaar, kunnen de namens gedaagde door xxx geponeerde stellingen de niet-nakoming van de overeenkomst door gedaagde naar het oordeel van de kantonrechter niet rechtvaardigen. Dat klemt temeer nu de kantonrechter het er op grond van de gedingstukken voor moet houden dat gedaagde door toedoen van Leesland in dit geding is betrokken en dat dan kennelijk ook nog met de toezegging van xxx dat dat voor haar geen financiële consequenties zal hebben.
5.1. De in dit geding door eiseres ingevolge artikel 5 van haar algemene abonnementsvoorwaarden gevorderde schadevergoeding van f.168,00 zal daarom zonder meer moeten worden toegewezen alsmede de op grond van de algemene voorwaarden gevorderde wettelijke rente. Voor toewijzing van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ziet de kantonrechter in de gegeven omstandigheden geen aanleiding.
5.2. Gedaagde zal voorts als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
BESLISSING
De kantonrechter:
Veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen de somma van f.170,82 vermeerderd met de wettelijke rente over f.168,00 vanaf 17 februari 2000 tot de dag der algehele voldoening;
Veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij tot en met deze uitspraak begroot op f.389,80 bestaande uit:
f.170,00 aan griffierecht;
f. 99,80 aan exploitkosten (excl. BTW,voor zover van toepassing)
f.120,00 aan salaris gemachtigde;
Wijst het meer of anders gevorderde af;
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen en uitgesproken door mr. J.M.H. Pauw, kantonrechter te Emmen ter openbare terechtzitting van het kantongerecht te Emmen, voor de behandeling van burgerlijke zaken, gehouden op woensdag 13 september 2000, in tegenwoordigheid van de griffier, B.J. Logtenberg en door beiden getekend.
Coll.