ECLI:NL:KTGHAA:2001:AB1551
Kantongerecht Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.J. Harts
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van tekort aan wachtgeld na beëindiging arbeidsovereenkomst
In deze zaak vordert eiser, [eiser], op basis van de vastgestelde feiten, dat Afvalzorg wordt veroordeeld tot betaling van het tekort aan wachtgeld van 23% vanaf 1 september 1999. Eiser was in dienst bij Afvalzorg als medewerker automatisering en zijn arbeidsovereenkomst is op neutrale gronden ontbonden door de kantonrechter te Haarlem. De kantonrechter heeft eerder een vergoeding van ƒ 50.994,-- bruto toegekend aan eiser, maar eiser stelt dat hij recht heeft op een hoger percentage wachtgeld volgens de CAO voor de Energie- en Nutsbedrijven, die een wachtgeldregeling kent bij niet-verwijtbare werkloosheid. Afvalzorg heeft echter slechts 70% van het salaris betaald en stelt dat dit rechtmatig is vanwege vermeende verwijten aan het functioneren van eiser.
De kantonrechter overweegt dat Afvalzorg niet heeft aangetoond dat zij gerechtigd was om slechts 70% van het salaris te betalen. De kantonrechter concludeert dat eiser recht heeft op het volledige wachtgeldpercentage van 93% zoals vastgelegd in de CAO. De argumenten van Afvalzorg worden verworpen, waaronder het beroep op finale kwijting en de stelling dat de vordering van eiser onredelijk zou zijn. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van eiser toewijsbaar is, en veroordeelt Afvalzorg tot betaling van het tekort aan wachtgeld, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten.
De beslissing van de kantonrechter is als volgt: Afvalzorg wordt veroordeeld tot betaling van het tekort aan wachtgeld aan eiser, de proceskosten komen voor rekening van Afvalzorg, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 mei 2001.