ECLI:NL:KTGHRN:2011:1

Kantongerecht Hoorn

Datum uitspraak
14 februari 2011
Publicatiedatum
30 januari 2019
Zaaknummer
343434 CV EXPL 10-4397
Instantie
Kantongerecht Hoorn
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • P.J. van de Sande
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bijdrageplicht eigenaar van samengevoegde appartementsrechten

In deze zaak heeft de vereniging van eigenaren (VVE) eiseres een vordering ingesteld tegen gedaagde, die eigenaar is van twee appartementen in ’s-Gravenhage. De vordering betreft de betaling van een achterstallige bijdrage van € 5.000,00, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Eiseres stelt dat gedaagde in gebreke is gebleven met het betalen van de maandelijkse bijdragen, ondanks herhaalde aanmaningen. Gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat hij dubbele contributie verschuldigd is, omdat hij stelt dat de appartementen zijn samengevoegd en dat hij recht heeft op een vergoeding voor onderhoudskosten die hij heeft gemaakt.

De kantonrechter heeft de vordering van eiseres beoordeeld en vastgesteld dat gedaagde, als lid van de VVE, verplicht is bij te dragen aan de kosten van de vereniging, ongeacht de feitelijke samenvoeging van de appartementen. De rechter heeft geoordeeld dat gedaagde onvoldoende heeft aangetoond dat hij recht heeft op verrekening van de door eiseres toegezegde vergoedingen met de vordering. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten, en gedaagde veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak is gedaan door mr. P.J. van de Sande, kantonrechter, op 14 februari 2011. De rechter heeft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR

Sector Kanton
Locatie Hoorn
Zaaknr/rolnr.: 343434 \ CV EXPL 10-4397
Uitspraakdatum: 14 februari 2011

Vonnis in de zaak van:

de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid

VVE [naam VVE]
gevestigd te ’s-Gravenhage
eisende partij
verder ook te noemen: eiseres
gemachtigde: mr. E.C.Y. Cheung, werkzaam bij IntoCash te Rotterdam
tegen

[gedaagde]

wonende [adres 1] te [plaats]
gedaagde partij
verder ook te noemen: gedaagde
verschenen in persoon

Het procesverloop

Eiseres heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 7 september 2010 met producties.
Gedaagde heeft bij mondeling antwoord verweer gevoerd.
Vervolgens is onder overlegging van producties gediend van repliek en dupliek.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.

Het geschil

1. Eiseres vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van gedaagde tot betaling van een bedrag van € 5.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2. De vordering van eiseres bestaat uit een hoofdsom van € 4.770,94, de wettelijke rente daarover (tot 30 augustus 2010 berekend op € 27,45) en een bedrag van € 714,00 voor buitengerechtelijke kosten, waarbij eiseres haar vordering beperkt tot € 5.000,00.
3. Eiseres stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende. Gedaagde is eigenaar van twee appartementen aan de [adres 2] te ’s-Gravenhage, nummers [nummer 1] en [nummer 2] . Uit dien hoofde is gedaagde een maandelijkse bijdrage aan eiseres verschuldigd. Ondanks herhaalde aanmaning en sommatie daartoe is gedaagde in gebreke gebleven deze bijdragen volledig te voldoen. Tot 1 juni 2010 bedraagt de achterstand € 2.950,00 voor nummer [nummer 1] en € 1.820,94 voor nummer [nummer 2] .
4. Gedaagde concludeert tot afwijzing van de vordering. Daartoe stelt gedaagde, kort en zakelijk weergegeven, het volgende.
Ten onrechte wordt dubbele contributie gevorderd. Nummer [nummer 2] bestaat niet meer sinds dit appartement is samengevoegd met nummer [nummer 1] .
Verder heeft eiseres toegezegd een bedrag van € 2.300,00 aan gedaagde te vergoeden voor op kosten van gedaagde zelf verricht onderhoud, welk bedrag in mindering dient te strekken op de vordering van eiseres.

De beoordeling

5. Gedaagde is van rechtswege lid van eiseres en is verplicht overeenkomstig de bij repliek overgelegde splitsingsakte naar rato bij te dragen voor de nummers [nummer 1] en [nummer 2] . Daaraan doet niet af de omstandigheid dat deze appartementen, waarvan gedaagde onweersproken eigenaar is, wellicht inmiddels feitelijk door hem zijn samengevoegd tot één appartement, dat in de praktijk met huisnummer [nummer 1] wordt aangeduid.
6. Gedaagde heeft niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken dat van de voor nummers [nummer 1] en [nummer 2] vastgestelde bijdragen tot 1 juni 2010 in totaal € 4.770,94 onbetaald is gebleven, zodat de kantonrechter als uitgangspunt neemt dat gedaagde verplicht is deze bijdragen aan eiseres te betalen. Een mogelijk voorgenomen kascontrole van eiseres schort deze betalingsverplichting van gedaagde niet op. Ook eventuele door eiseres aan gedaagde toegezegde vergoedingen doen aan zijn betalingsverplichting niet af.
7. Voor zover gedaagde zich beroept op verrekening van dergelijke vergoedingen met de onderhavige vordering slaagt dit beroep niet. Gedaagde stelt in dit verband dat de nieuwe voorzitter van eiseres hem op 13 december 2010 een onvoorwaardelijke toezegging heeft gedaan. Uit de door gedaagde bij dupliek overgelegde stukken (waaronder een e-mail d.d. 15 december 2010 van deze voorzitter aan gedaagde) is weliswaar af te leiden dat aan gedaagde vergoedingen zijn toegezegd, echter onder specifieke voorwaarden, waaronder dat de onderhavige contributieachterstand door gedaagde is ingelopen. Daarmee is onvoldoende gebleken van een liquide tegenvordering van gedaagde op eiseres.
8. Gelet op het vorenstaande wordt de gevorderde hoofdsom toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente.
9. Ook de medegevorderde buitengerechtelijke kosten komen voor toewijzing in aanmerking, nu gedaagde daartegen geen zelfstandig verweer heeft gevoerd, met dien verstande dat eiseres haar vordering in totaal heeft beperkt tot € 5.000,00.
10. Gedaagde dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.

De beslissing

De kantonrechter:
Veroordeelt gedaagde om aan eiseres tegen kwijting te betalen een bedrag van € 5.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover 7 september 2010 tot de dag van betaling.
Veroordeelt gedaagde in de proceskosten, die tot heden voor eiseres worden vastgesteld op een bedrag van € 695,93 [inclusief btw indien en voorzover door gedaagde verschuldigd], waaronder begrepen een bedrag van € 400,00 voor salaris van de gemachtigde van eiseres [waarover gedaagde geen btw verschuldigd is].
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. van de Sande, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 14 februari 2011 in het openbaar uitgesproken.
De griffier
De kantonrechter