ECLI:NL:KTGSNK:2001:AD5511

Kantongerecht Sneek

Datum uitspraak
18 juli 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/401041-00
Instantie
Kantongerecht Sneek
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van de Drienerlose Zeilvereniging 'Euros' voor het niet hebben van een geldig certificaat van onderzoek voor een schip

In de zaak tussen de officier van justitie in het arrondissement Leeuwarden en de Drienerlose Zeilvereniging 'Euros' werd op 18 juli 2001 uitspraak gedaan door de kantonrechter te Sneek. De zaak betrof de tenlastelegging dat Euros op of omstreeks 1 september 2000 als eigenaar van het motorzeilschip 'Eben Haezer', dat bestemd was voor bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen, dit schip had gebruikt zonder een geldig certificaat van onderzoek. Tijdens de zittingen op 2 maart en 6 juli 2001 ontkende Euros de beschuldigingen. De officier van justitie stelde dat het feit bewijsbaar was en eiste een geldboete van ƒ 600,00. Euros werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, die een pleitnota overhandigde. De kantonrechter besloot dat schriftelijk vonnis zou worden gewezen.

In zijn beoordeling merkte de kantonrechter op dat de officier van justitie geen wijziging van de tenlastelegging had gevorderd, waardoor de kantonrechter niet kon oordelen op de subsidiaire basis. Het verweer van Euros richtte zich op de beschuldiging van bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen. De officier van justitie stelde dat er sprake was van bedrijfsmatig vervoer omdat de gebruikers van het schip bijdroegen via contributie of donaties. Euros betwistte deze uitleg en de kantonrechter gaf haar gelijk, oordelend dat er alleen sprake is van vervoer tegen vergoeding als deze vergoeding direct en uitsluitend betrekking heeft op de diensten van het schip.

Daarnaast stelde Euros dat zij op de datum van de vermeende overtreding niet verplicht was om een geldig certificaat van onderzoek te hebben, omdat het schip hoofdzakelijk door zeilen werd voortbewogen. De kantonrechter bevestigde dit standpunt, verwijzend naar de relevante wetgeving en de aard van het schip. Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het tenlastegelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen en sprak Euros vrij.

Uitspraak

Kantongerecht te Sneek
Parketnummer: 17/401041-00
Vonnis d.d. 18 juli 2001
DE KANTONRECHTER TE SNEEK:
Gezien de stukken in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Leeuwarden tegen de verdachte:
Drienerlose Zeilvereniging "Euros",
gevestigd aan de Auke Vleerstraat 99 te Enschede (7547 AN)
gemachtigde: mr. P.A. Den Haan, advocaat te Rotterdam;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting van 2 maart 2001 en 6 juli 2001;
Aan Euros is tenlastegelegd, dat:
zij op of omstreeks 1 september 2000 in de gemeente Sneek als eigenaar van een schip, (motorzeilschip) genaamd "Eben Haezer", bestemd of gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen, buiten de bemanning, dat schip heeft gebruikt op de Houkesloot, zijnde een binnenwater als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder c van de Binnenschepenwet, terwijl dat schip niet was voorzien van een geldig certificaat van onderzoek; (artikel 3 lid 1 onder d juncto artikel 444 van de Binnenschepenwet)
Euros heeft ter zitting ontkend, dat door haar het tenlastegelegde feit is gepleegd.
De officier van justitie heeft verklaard van oordeel te zijn, dat het aan Euros tenlastegelegde feit bewijsbaar is, een strafbaar feit is en dat Euros een strafbare dader is. Hij heeft gevorderd, dat Euros zal worden veroordeeld tot betaling van een geldboete van ƒ 600,00;
Namens Euros is door haar gemachtigde het woord gevoerd aan de hand van een door hem overgelegde pleitnota.
Euros is het recht gelaten op het laatste woord. Daarna is op verzoek van de officier van justitie en Euros bepaald dat schriftelijk vonnis zal worden gewezen en is de uitspraak op heden bepaald.
BEOORDELING:
De officier van justitie heeft in zijn schriftelijk requisitoir nog gevorderd Euros te veroordelen op grond van het bepaalde in artikel 3 lid 1 onder b van Binnenschepenwet. Hij heeft evenwel geen wijziging van de tenlastelegging gevorderd, zodat de kantonrechter niet kan oordelen op de door de officier van justitie subsidiair gestelde basis. Het is de kantonrechter overigens niet kunnen blijken, dat bedoelde bepaling reeds (volledig) in werking is getreden.
Het meest verstrekkende verweer van Euros betreft het haar gemaakte verwijt dat er sprake is geweest van bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen. De officier van justitie heeft gesteld, dat er sprake is van bedrijfsmatig vervoer, omdat dit heeft plaatsgehad tegen vergoeding. Immers degenen, die gebruik mogen maken van het schip, hebben daartoe hetzij als lid contributie betaald hetzij als donateur een bijdrage betaald. Voor de uitleg van het begrip "tegen vergoeding" baseert hij zich op jurisprudentie en op de definitie in de thans van kracht zijnde Binnenschepenwet.
Euros heeft bestreden, dat de betaling van contributie dan wel van een bijdrage als donateur valt onder het begrip "tegen vergoeding", zodat er geen sprake is van bedrijfsmatig vervoer.
De kantonrechter deelt het standpunt van Euros. De uitleg van de officier van justitie van voormeld begrip is zijns inziens te ruim. Er is naar het oordeel van de kantonrechter slechts dan sprake van vervoer tegen een (al dan niet kostendekkende) vergoeding, indien deze vergoeding rechtstreeks en uitsluitend betrekking heeft op de diensten verleend middels het gebruik maken van het schip.
De kantonrechter zal daarom Euros vrijspreken.
Ten overvloede overweegt hij nog, dat de enkele doelstelling van de betreffende bepaling, te weten het voor de aanwezigen op het schip waarborgen van het voldoen aan de wettelijke eisen, onvoldoende is om een ruime uitleg te geven aan het begrip. Immers de wetgever heeft de mogelijkheid om ook in situaties als de onderhavige, bijvoorbeeld door het volledig invoeren van lid b, eventueel in gewijzigde vorm, een verplichting tot het hebben van het certificaat van onderzoek in te voeren.
Euros heeft voorts nog gesteld, dat zij op 1 september 2000 in ieder geval niet voorzien diende te zijn van een geldig certificaat van onderzoek, nu de Eben Haezer is aan te merken als een schip, dat hoofdzakelijk door middel van zeilen wordt voortbewogen. Voor een dergelijk schip is -als daarmee bedrijfsmatig wordt vervoerd- de plicht tot het hebben van aan certificaat eerst per 1 januari 2001 van kracht geworden. De officier van justitie heeft daartegen aangevoerd, dat het schip niet was ingericht om hoofdzakelijk door zeilen te worden voortbewogen
De kantonrechter deelt ook hier het standpunt van Euros. De omschrijving van de aard van het schip, zoals deze ook blijkt uit de overgelegde foto's, is zodanig dat daaruit moet worden geconcludeerd, dat dit schip is ingericht om hoofdzakelijk door middel van zeilen te worden voortbewogen. Blijkens de nota van toelichting bij het besluit van 20 maart 1991, Stb 1991, 151 is daarmee gedoeld op "de zogenaamde bruine vloot schepen zoals klippers, botters, blazers, tjalken gaffelschoeners en andere rond- en platbodems. Het is de kantonrechter niet gebleken, dat het schip hier niet onder te rangschikken zou zijn.
BESLISSING:
De kantonrechter:
Verklaart het aan Euros tenlastegelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt haar daarvan vrij;
Aldus gewezen door mr. J.C.G. Leijten, kantonrechter, bijgestaan door B.B. Beekman, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juli 2001.