ECLI:NL:KTGUTR:2001:AB0365
Kantongerecht Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.L.J.C. van Emden-Geenen
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van de hardheidsclausule in een ontbindingsprocedure
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Utrecht, is de vraag aan de orde of de hardheidsclausule van toepassing is in het kader van een ontbindingsprocedure. Eiser, vertegenwoordigd door mr. S.N. Ketting van FNV Ledenservice, heeft een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap Koninklijke Douwe Egberts B.V., vertegenwoordigd door mr. M.J.G.M. Lamers, advocaat te Utrecht. De procedure volgt op een eerder vonnis van 4 oktober 2000, waarin de kantonrechter reeds had overwogen dat de toepasselijkheid van de hardheidsclausule een geschilpunt was dat partijen bewust buiten de ontbindingsprocedure hadden gelaten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de partijen in de ontbindingsprocedure de kwestie van het structurele overwerk en de hoogte van de vergoeding niet aan de orde hebben gesteld. Eiser stelt dat hij geen andere mogelijkheden meer had om de hardheidsclausule te laten toepassen, nu het Centraal Overleg geen uitspraak kon doen. De kantonrechter oordeelt echter dat de vraag of de hardheidsclausule van toepassing is, een essentieel onderdeel van de ontbindingsprocedure had moeten zijn. Aangezien partijen deze kwestie bewust hebben uitgesloten, kan eiser niet ontvankelijk worden verklaard in zijn vorderingen.
De kantonrechter heeft besloten dat de kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen in aanwezigheid van de griffier op 28 februari 2001.