ECLI:NL:KTGZWO:2000:AB1449
Kantongerecht Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Civielrechtelijke aansprakelijkheid bij salmonellabesmetting door ijsverkoop
In deze zaak, behandeld door het Kantongerecht Zwolle, gaat het om een civielrechtelijk geschil tussen een eiseres en een gedaagde vennootschap onder firma, die ijsjes verkoopt. De eiseres heeft een salmonellabesmetting opgelopen en stelt dat deze besmetting het gevolg is van het consumeren van een ijsje dat door de gedaagde is verkocht. De procedure begon met een tussenvonnis op 4 juli 2000, waarin vragen werden gesteld aan de eiseres, waarop de gedaagde kon reageren. De kantonrechter heeft vervolgens op 5 december 2000 vonnis gewezen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de door het RIVM gecontroleerde partij ijsjes besmet was met salmonella van een bepaald type, dat daarin niet mag voorkomen. De rechter concludeert dat het aan de eiseres verkochte ijsje waarschijnlijk tot die besmette partij behoorde. Dit leidt tot de conclusie dat de gedaagde, door het verkopen van een besmet ijsje, wanprestatie heeft gepleegd. De rechter verwijst naar eerdere jurisprudentie, waaronder het arrest Dicky Trading II, waarin is vastgesteld dat het risico van ziekte bij de consument is ontstaan door de wanprestatie van de verkoper.
De kantonrechter heeft de gedaagde in de gelegenheid gesteld om een gespecificeerd bewijsaanbod te doen, waarin zij moet aantonen dat de schade van de eiseres ook zou zijn ontstaan indien zij het ijsje niet had gekocht. Dit bewijsaanbod is een belangrijke stap in de procedure, omdat het de gedaagde de kans biedt om haar standpunt te onderbouwen. De rechter heeft ook aangegeven dat beide partijen hun verhinderdata moeten opgeven voor een eventueel getuigenverhoor, afhankelijk van het bewijsaanbod van de gedaagde.