ECLI:NL:OGAACMB:2016:40
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevordering van ambtenaar in het kader van het bevorderingsbeleid en toezegging van de Minister
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, die zich niet kon verenigen met de ingangsdatum van haar bevordering en de rang die haar was toegekend. Klaagster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Gouverneur van Aruba, waarbij zij met ingang van 1 juli 2013 was bevorderd naar de rang van hoofdkommies der invoerrechten en accijnzen 1ste klasse A. Klaagster stelde dat zij eerder bevorderd had moeten worden en beroept zich op het bevorderingsbeleid voor douaneambtenaren. Het gerecht constateert dat er reeds onherroepelijk was beslist over haar aanspraken en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die tot een ander oordeel nopen. Het bezwaar van klaagster wordt in zoverre ongegrond verklaard.
Echter, het gerecht oordeelt dat klaagster, gelet op een brief van de Minister van 5 april 2012, er in redelijkheid op mocht vertrouwen dat zij zou worden bevorderd tot Kommies-Verificateur der Invoerrechten en Accijnzen. De verweerder heeft niet voldoende gemotiveerd waarom geen gevolg is gegeven aan deze toezegging. Het beroep van klaagster wordt gegrond verklaard, het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder moet een nieuwe beslissing nemen op het verzoek van klaagster. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op Afl. 700,= aan gemachtigdensalaris.