ECLI:NL:OGAACMB:2016:43

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
13 juni 2016
Publicatiedatum
22 juni 2016
Zaaknummer
Gaza nr. 2914 van 2015
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen terbeschikkingstelling van een ambtenaar en de rechtsgeldigheid daarvan

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, gaat het om een bezwaar van klager tegen een beslissing van de Minister van Toerisme, Transport, Primaire Sector en Cultuur. Klager, vertegenwoordigd door mr. L.A. Hernandis, heeft bezwaar gemaakt tegen de terbeschikkingstelling die op 3 december 2015 door de directeur van het Departamento di Cultura Aruba is medegedeeld. Deze terbeschikkingstelling was gebaseerd op een beslissing van de Ministerraad van 13 oktober 2015, waarbij klager met ingang van 4 december 2015 voltijds ter beschikking werd gesteld van het Museo Historico Aruba.

De zitting vond plaats op 23 mei 2016, waar zowel klager als verweerder, vertegenwoordigd door dhr. A. Lumenier, aanwezig waren. Het Gerecht overwoog dat artikel 52, lid 1 van de LMA bepaalt dat een ambtenaar verplicht is om tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten. Echter, het Gerecht stelde vast dat de bestreden beslissing niet namens de verweerder was genomen, waardoor deze onbevoegd was en niet in stand kon blijven. Bovendien werd opgemerkt dat de terbeschikkingstelling tijdelijk van aard is en dat er geen melding was gemaakt van de duur van deze terbeschikkingstelling in de beschikking.

Op basis van deze overwegingen verklaarde het Gerecht het bezwaar gegrond, vernietigde de beschikking van 3 december 2015 en veroordeelde de verweerder in de kosten van de procedure, begroot op Afl. 700,= aan gemachtigdensalaris. De uitspraak werd gedaan door mr. M.T. Paulides op 13 juni 2016, waarbij partijen het recht hebben om binnen dertig dagen hoger beroep in te stellen.

Uitspraak

Uitspraak van 13 juni 2016
Gaza nr. 2914 van 2015
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaar van:
[KLAGER],
wonende te Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: mr. L.A. Hernandis,
tegen:
De Minister van Toerisme, Transport, Primaire Sector en Cultuur,
zetelende te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: dhr. A. Lumenier (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij brief van 3 december 2015 heeft de directeur Departamento di Cultura Aruba klager medegedeeld dat klager, conform een beslissing van de Ministerraad van
13 oktober 2015, met ingang van 4 december 2015 voltijds ter beschikking wordt gesteld van het Museo Historico Aruba.
Tegen dit besluit heeft klager op 15 december 2015 bezwaar gemaakt bij dit gerecht.
De zaak is behandeld ter zitting van 23 mei 2016, alwaar zijn verschenen klager, bijgestaan door zijn gemachtigde en verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Artikel 52, lid 1 van de Lma bepaalt dat de ambtenaar verplicht is zo nodig tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten dan die welke hij gewoonlijk verricht. Het derde lid bepaalt dat deze werkzaamheden de ambtenaar worden opgedragen door of namens de betrokken minister.
2.2
Het gerecht stelt voorop dat nu niet is gebleken dat de bestreden beslissing is genomen namens verweerder, deze onbevoegd is genomen en reeds hierom niet in stand kan blijven.
2.3
Voorts wordt overwogen dat de terbeschikkingstelling ex artikel 52 van de LMA tijdelijk van aard is. Nu in de bestreden beschikking geen melding wordt gemaakt van de duur van de terbeschikkingstelling kan deze ook op grond hiervan geen stand houden.
2.4
Gelet op het voorgaande is het bezwaar gegrond. Het bestreden besluit van
3 december 2015 wordt vernietigd.
2.5
Verweerder zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, die begroot worden op een bedrag van Afl. 700,= aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
 verklaart het bezwaar gegrond,
 vernietigt de beschikking van verweerder 3 december 2015;
 veroordeelt verweerder in de kosten van deze procedure, die begroot worden op een bedrag van Afl. 700,= aan gemachtigdensalaris.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.T. Paulides, rechter in ambtenarenzaken en uitgesproken ter zitting van maandag 13 juni 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.
Ieder der partijen is bevoegd tegen een door het gerecht genomen met redenen omklede eindbeslissing als bedoeld in artikel 89, hoger beroep in te stellen (art. 97, eerste lid, La).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger dan wel gemachtigde bij de uitspraak tegenwoordig is geweest, en in de andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van toezending of terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, welke dag bij toezending aan de voet van het afschrift en bij terhandstelling op het ontvangstbewijs wordt vermeld (art. 98, eerste lid, La).
Het hoger beroep wordt ingesteld door een beroepschrift aan de raad in te zenden ter griffie van die raad te Oranjestad (art. 98, tweede lid, La).