ECLI:NL:OGAACMB:2016:55
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Schorsing van disciplinaire straf en betaling van salaris in ambtenarenzaak
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 26 september 2016 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een beslissing bij voorraad, ingediend door de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E. Duijneveld. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Gouverneur van Aruba, die hem met onmiddellijke ingang de disciplinaire straf van ontslag had opgelegd. De verzoeker vroeg om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde voor onevenredig nadeel door het ontslag.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een aanzienlijke tijd is verstreken tussen de gebeurtenissen die aan het ontslag ten grondslag lagen en de oplegging van de straf. De rechter oordeelde dat de Gouverneur niet tijdig op de hoogte was van de feiten die tot het ontslag hebben geleid, wat een belangrijke factor is in de beoordeling van de zaak. De rechter concludeerde dat de onmiddellijke tenuitvoerlegging van het ontslag niet proportioneel was en dat de verzoeker recht had op een schorsing van de disciplinaire straf totdat er in hoger beroep op het bezwaar was beslist.
Daarnaast heeft de rechter bepaald dat de Gouverneur verplicht is om het salaris van de verzoeker door te betalen totdat de reden voor de schorsing is opgeheven. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige procedure bij disciplinaire maatregelen en de bescherming van ambtenaren tegen onredelijke gevolgen van dergelijke beslissingen.