ECLI:NL:OGAACMB:2016:62
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Schorsing van ambtenaar tijdens disciplinair onderzoek wegens verdenking van ernstig plichtsverzuim
In deze zaak gaat het om een bezwaar van een ambtenaar, klager, die op 26 november 2015 uit zijn ambt is geschorst in verband met een disciplinair onderzoek naar aanleiding van een verdenking van ernstig plichtsverzuim. Klager heeft op 5 januari 2016 bezwaar gemaakt tegen deze schorsing. De Gouverneur van Aruba, verweerder, heeft op 1 maart 2016 een contramemorie ingediend. De zaak is behandeld op 30 mei 2016, waarbij klager werd bijgestaan door zijn advocaten en verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De ambtenarenrechter overweegt dat het bezwaar ontvankelijk is, omdat klager zijn bezwaarschrift tijdig heeft ingediend, rekening houdend met de datum waarop hij kennis nam van de bestreden beschikking. Klager betwist de schorsing en stelt dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt aan de hem verweten feiten. Hij voert aan dat de schorsing niet aan een concrete termijn is verbonden en dat er geen redelijke belangenafweging heeft plaatsgevonden.
De rechter stelt vast dat de schorsing is gebaseerd op artikel 87 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht. De rechter concludeert dat er voldoende grond is voor de schorsing, gezien de concrete verdenking van ernstig plichtsverzuim die voortvloeit uit het niet adequaat handelen van klager op 11 augustus 2015. De rechter benadrukt dat de schorsing in het belang van de dienst is en dat het rechtszekerheidsbeginsel vereist dat de schorsing niet langer duurt dan noodzakelijk. Uiteindelijk wordt het bezwaar ongegrond verklaard, zonder veroordeling in proceskosten.