ECLI:NL:OGAACMB:2016:69
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Tardief ingediend bezwaar in ambtenarenrecht; niet-ontvankelijkheid van klager
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 24 oktober 2016 uitspraak gedaan op het bezwaar van klager, die in persoon procedeerde tegen de Minister van Justitie. Klager had bezwaar gemaakt tegen een landsbesluit van 9 februari 2016, waarbij hij met ingang van 1 november 2014 was bevorderd tot gevangenisinrichtingsmedewerker met een bepaalde bezoldiging. Klager diende zijn bezwaarschrift op 8 april 2016 in, maar het gerecht oordeelde dat dit bezwaarschrift tardief was ingediend. Volgens artikel 41 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak dient een bezwaarschrift binnen dertig dagen na de bekendmaking van de beschikking te worden ingediend. Klager had niet aangetoond dat hij later dan 9 februari 2016 kennis had genomen van de bestreden beschikking, waardoor hij niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn bezwaar.
Daarnaast overwoog het gerecht dat klager pas op 3 oktober 2014 het vereiste diploma had behaald voor bevordering naar schaal 5. Dit betekende dat hij geen aanspraak kon maken op een eerdere bevordering dan de datum die in het landsbesluit was vastgesteld. Klager had niet kunnen aantonen dat andere cursisten die niet aan de diploma-eisen voldeden, wel eerder waren bevorderd, waardoor het gelijkheidsbeginsel niet in het geding was. De rechter besloot klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn bezwaar, en deze uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier.