ECLI:NL:OGAACMB:2017:116
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid en motivering van een disciplinaire sanctie in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het beroep van klager tegen een landsbesluit van de Gouverneur van Aruba. Klager, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.S. Croes, had bezwaar gemaakt tegen de disciplinaire straf van gedeeltelijke inhouding van zijn inkomen, opgelegd door de Gouverneur. De zaak betreft de vraag of het bezwaar ontvankelijk is en of het landsbesluit voldoende gemotiveerd is.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klager zijn bezwaarschrift tijdig heeft ingediend, aangezien hij de bestreden beschikking op 26 april 2017 heeft ontvangen. Dit betekent dat klager ontvankelijk is in zijn bezwaar. Vervolgens heeft het gerecht de inhoud van het landsbesluit beoordeeld. Het gerecht oordeelt dat het bestreden landsbesluit onvoldoende inzicht biedt in de gedragingen die aan de opgelegde sanctie ten grondslag liggen. De verwijzing naar 'dergelijke gedragingen' in het landsbesluit is te vaag en biedt geen duidelijkheid over welke specifieke gedragingen aan klager worden verweten.
Het gerecht concludeert dat het landsbesluit niet zorgvuldig tot stand is gekomen en dat er een motiveringsgebrek aan kleeft. Daarom verklaart het gerecht het bezwaar gegrond en vernietigt het landsbesluit van 4 april 2017. Tevens wordt de Gouverneur veroordeeld tot betaling van de proceskosten van klager, die zijn begroot op Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris. Deze uitspraak is gedaan op 4 december 2017 door mr. W.C.E. Winfield, ambtenarenrechter, en is van belang voor de rechtsbescherming van ambtenaren in Aruba.