In deze zaak heeft eiser, wonend te Curaçao, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, wonend te Bonaire, met als doel de onmiddellijke ontruiming van een woning. Eiser heeft de woning verkocht aan een derde partij en vordert dat gedaagde de woning onmiddellijk na betekening van het vonnis verlaat. Gedaagde was al geruime tijd op de hoogte van de verkoop en heeft meerdere keren uitstel gekregen om een andere woning te vinden. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 december 2017, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. A.T.C. Nicolaas, en gedaagde verscheen in persoon. De Huurcommissie had eerder toestemming gegeven voor de opzegging van de huurovereenkomst, maar gedaagde heeft de woning niet op de afgesproken datum verlaten.
Het Gerecht oordeelt dat het spoedeisende belang van eiser groot is, aangezien de levering van de woning aan de koper gepland staat voor 6 december 2017. De huurovereenkomst staat de verkoop van de woning niet in de weg, mits de opzegging correct is uitgevoerd. Eiser heeft gedaagde tijdig op de hoogte gesteld van de verkoop en de noodzaak om de woning te verlaten. Gedaagde's verweer dat hij geen andere woning heeft gevonden, wordt niet als voldoende argument gezien om de ontruiming te verhinderen.
Het Gerecht besluit dat gedaagde de woning onmiddellijk moet ontruimen en verleent eiser de machtiging om de ontruiming zelf te laten uitvoeren indien gedaagde hieraan geen medewerking verleent. Tevens wordt een dwangsom opgelegd voor elke dag dat gedaagde in gebreke blijft. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op een totaal van US$ 946,58 worden begroot, plus nakosten.