ECLI:NL:OGAACMB:2017:131
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.M. Martinez
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschriften tegen plaatsingsbesluit Korps Politie Curaçao
In deze zaak heeft [Klager] bezwaar ingesteld tegen de besluiten van de Korpschef van het Korps Politie Curaçao, waarbij zijn rechtspositie in het kader van een reorganisatie is vastgesteld. Het bezwaar is ingediend op 10 juli 2015 en betreft de mededeling van de Korpschef van 9 juni 2015, waarin het bezwaar van [Klager] tegen zijn plaatsing in de functie van Tactisch Rechercheur VVC ongegrond werd verklaard. De Minister van Justitie heeft op 12 november 2015 een contramemorie ingediend. Daarnaast heeft [Klager] op 12 juli 2016 een tweede bezwaar ingediend tegen het landsbesluit van 28 oktober 2015, dat zijn rechtspositie regelt. Beide bezwaarschriften zijn op 28 november 2016 ter zitting behandeld.
Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft geoordeeld dat het bezwaar GAZ 2015/74627 niet-ontvankelijk is, omdat de brief van de Korpschef niet van het bevoegd gezag afkomstig is en dus geen rechtsgevolg heeft. Voor het bezwaar GAZ 2016/79591 oordeelt het Gerecht dat [Klager] het bezwaar te laat heeft ingediend, aangezien hij het plaatsingsbesluit in januari 2016 heeft ontvangen en het bezwaar pas op 12 juli 2016 heeft ingediend. Het Gerecht verklaart zich onbevoegd om van het bezwaar kennis te nemen en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. Martinez en openbaar uitgesproken op 28 april 2017.