ECLI:NL:OGAACMB:2018:10

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
26 februari 2018
Publicatiedatum
12 maart 2018
Zaaknummer
GAZA nr. AUA201800171
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorziening bij voorraad in ambtenarenzaak betreffende toelating tot opleiding Buitengewoon Opsporingsambtenaar

In deze zaak heeft de verzoeker, een bedrijfsinspecteur werkzaam bij de Directie Arbeid en Onderzoek (DAO), verzocht om een voorziening bij voorraad om toegelaten te worden tot de opleiding tot Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA). De verzoeker had zich in 2017 aangemeld voor deze opleiding, maar was niet toegelaten. Na meerdere verzoeken om heroverweging aan de verweerders, waaronder de Gouverneur en de Minister van Justitie, ontving hij geen reactie. Op 22 januari 2018 diende hij een verzoekschrift in bij het gerecht in ambtenarenzaken.

Tijdens de behandeling van het verzoek op 8 februari 2018 werd duidelijk dat de opleiding tot BOA niet de juiste opleiding was voor de verzoeker, gezien zijn functie. De vertegenwoordiger van het Korps Politie Aruba verklaarde dat de verzoeker de opleiding tot Bijzonder Opsporingsambtenaar (BOA) diende te volgen en dat er geen zicht was op de startdatum van deze opleiding. Het gerecht oordeelde dat er geen sprake was van een situatie waarin een onverwijlde voorziening wenselijk was, omdat de BOA-opleiding nog niet was begonnen en er geen zicht was op een startdatum.

De rechter heeft het verzoek om een voorziening bij voorraad afgewezen, met de overweging dat er geen spoedeisend belang was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 26 februari 2018 door rechter E.M.D. Angela in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Uitspraak van 26 februari 2018
GAZA nr. AUA201800171
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het verzoek tot het treffen van een beslissing bij voorraad als bedoeld in
artikel 94 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:
[verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: de advocaat mr. E. Duijneveld,
gericht tegen:
1.DE GOUVERNEUR,
2.DE MINISTER VAN JUSTITIE,
zetelend in Aruba,
VERWEERDERS,
gemachtigde: A. Lumenier (DWJZ)

1.PROCESVERLOOP

Verzoeker, bedrijfsinspecteur werkzaam bij de Directie Arbeid en Onderzoek (DAO), heeft zich in het jaar 2017 aangemeld voor de opleiding tot Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) en heeft daartoe de toelatingsprocedure gevolgd. In juni/juli 2017 heeft verzoeker van de Directeur DAO vernomen dat hij niet is toegelaten tot de opleiding.
Bij brief van 17 oktober 2017 heeft verzoeker aan verweerders (d.t.k.v. de hoofdcommissaris van politie) verzocht om de beslissing te heroverwegen en hem toe te staan de opleiding tot buitengewoon agent van politie te volgen. Op dit verzoek heeft verzoeker geen reactie gekregen.
Bij brief van 15 januari 2018 heeft verzoeker verweerders (d.t.k.v. de hoofdcommissaris van politie) wederom verzocht om hem toe te laten de opleiding te volgen. Op dit verzoek heeft verzoeker ook geen reactie gekregen.
Verzoeker heeft middels een op 22 januari 2018 ingediend verzoekschrift gevraagd een voorziening bij voorraad te treffen als bedoeld in art 94 La, ertoe strekkende dat hij wordt toegelaten tot de hiervoor vermelde opleiding.
Het verzoek is op 8 februari 2018 behandeld in raadkamer, waar verzoeker is verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd en verweerder zich heeft laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ter zitting is tevens verschenen mr. [X], belast met de opleidingen bij het Korps Politie Aruba (KPA).
De uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

Spoedeisend belang

2.1
Verzoeker heeft ten aanzien van zijn spoedeisend belang aangevoerd dat hij heeft vernomen dat de opleiding tot buitengewoon agent van politie in januari een aanvang zal nemen.
2.2
Mr. [X], belast met de opleidingen bij het Korps Politie Aruba, heeft ter zitting onbestreden aangevoerd dat de opleiding die verzoeker gelet op zijn functie bij de Directie Arbeid en Onderzoek dient te volgen niet de opleiding tot Buitengewoon Agent van Politie betreft maar de opleiding tot Bijzonder Opsporingsambtenaar (BOA) en dat er nog geen zicht is wanneer de BOA-opleiding zal beginnen.
2.3
Ingevolge artikel 94, eerste lid, van de La kan een ambtenaar bij een met redenen omkleed verzoekschrift aan het gerecht in ambtenarenzaken een beslissing bij voorraad vragen in alle gevallen waarin een bezwaarschrift op grond van deze landsverordening kan worden ingediend, doch waarin ter voorkoming van onevenredig nadeel voor de ambtenaar, een onverwijlde voorziening wenselijk is.
Nu de BOA-opleiding nog niet is aangevangen en er nog geen zicht is wanneer de BOA-opleiding van start zal gaan, is er naar het oordeel van het gerecht geen sprake van een situatie waarin ter voorkoming van onevenredig nadeel voor de ambtenaar, een onverwijlde voorziening wenselijk is. Reeds gelet hierop dient het verzoek te worden afgewezen.
2.4
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 februari 2018 in aanwezigheid van de griffier.