ECLI:NL:OGAACMB:2018:10
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorziening bij voorraad in ambtenarenzaak betreffende toelating tot opleiding Buitengewoon Opsporingsambtenaar
In deze zaak heeft de verzoeker, een bedrijfsinspecteur werkzaam bij de Directie Arbeid en Onderzoek (DAO), verzocht om een voorziening bij voorraad om toegelaten te worden tot de opleiding tot Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA). De verzoeker had zich in 2017 aangemeld voor deze opleiding, maar was niet toegelaten. Na meerdere verzoeken om heroverweging aan de verweerders, waaronder de Gouverneur en de Minister van Justitie, ontving hij geen reactie. Op 22 januari 2018 diende hij een verzoekschrift in bij het gerecht in ambtenarenzaken.
Tijdens de behandeling van het verzoek op 8 februari 2018 werd duidelijk dat de opleiding tot BOA niet de juiste opleiding was voor de verzoeker, gezien zijn functie. De vertegenwoordiger van het Korps Politie Aruba verklaarde dat de verzoeker de opleiding tot Bijzonder Opsporingsambtenaar (BOA) diende te volgen en dat er geen zicht was op de startdatum van deze opleiding. Het gerecht oordeelde dat er geen sprake was van een situatie waarin een onverwijlde voorziening wenselijk was, omdat de BOA-opleiding nog niet was begonnen en er geen zicht was op een startdatum.
De rechter heeft het verzoek om een voorziening bij voorraad afgewezen, met de overweging dat er geen spoedeisend belang was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 26 februari 2018 door rechter E.M.D. Angela in aanwezigheid van de griffier.