In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar bij de Dienst Publieke Scholen (DPS), op 19 november 2013 een verzoek ingediend bij de minister van Onderwijs en Gezin om bevordering naar schaal 4. Na het uitblijven van een beslissing heeft klaagster op 17 mei 2017 bezwaar gemaakt. De zaak is behandeld op 2 oktober 2017, waarbij klaagster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. R.P. Lee, en de minister door zijn gemachtigde A. Lumenier. Klaagster heeft op 6 februari 2018 een akte ingediend met het verzoek om de minister in de proceskosten te veroordelen. De minister heeft hierop gereageerd op 18 juni 2018.
Tijdens de procedure heeft de minister op 11 december 2017 een Landsbesluit genomen waarin aan klaagster tegemoet is gekomen. Desondanks heeft het gerecht geoordeeld dat klaagster niet tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen het uitblijven van een beschikking, aangezien het bezwaar niet binnen de wettelijke termijn van dertig dagen na de veronderstelde weigering is ingediend. Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen verschoonbare omstandigheden zijn aangevoerd die de termijnoverschrijding rechtvaardigen.
De rechter heeft geconcludeerd dat het bezwaar niet-ontvankelijk is en heeft het verzoek tot veroordeling in de proceskosten afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. E.M.D. Angela en is openbaar uitgesproken op 29 oktober 2018. Beide partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.