ECLI:NL:OGAACMB:2018:13
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een ambtenaar tijdens disciplinaire procedure wegens verdenking van ernstig plichtsverzuim
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 12 maart 2018 uitspraak gedaan over het bezwaar van een klager tegen zijn schorsing door de Gouverneur van Aruba. De schorsing was opgelegd op basis van een landsbesluit van 8 mei 2017, waarbij de klager met toepassing van artikel 87, onder c, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma) in zijn ambt was geschorst. De klager had bezwaar gemaakt tegen deze schorsing, stellende dat hij zich niet schuldig had gemaakt aan de hem verweten gedragingen. Hij betoogde dat zijn uitingen in Whatsapp-berichten slechts grappen waren en dat zijn belangen zwaarder zouden moeten wegen dan die van de verweerder.
Het gerecht overwoog dat de schorsing was gebaseerd op een concrete verdenking van ernstig plichtsverzuim, die voortkwam uit een disciplinair onderzoek naar de klager. De rechter benadrukte dat het rechtszekerheidsbeginsel vereist dat een schorsing niet langer duurt dan noodzakelijk en dat de verweerder voortvarendheid moet betrachten in het onderzoek. Uiteindelijk concludeerde het gerecht dat de schorsing gerechtvaardigd was en verklaarde het bezwaar van de klager ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging in ambtenarenzaken, vooral wanneer de integriteit van een ambtenaar in het geding is.