ECLI:NL:OGAACMB:2018:17
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift wegens te late indiening in ambtenarenrecht
In deze zaak heeft klaagster, wonend in Aruba, op 6 december 2016 een verzoek ingediend om bevordering tot de rang van commies (schaal 8) met ingang van 1 april 2011. Na het uitblijven van een beslissing op haar verzoek heeft zij op 9 juni 2017 een bezwaarschrift ingediend. De behandeling van de zaak vond plaats op 19 februari 2018, waarbij zowel klaagster als de verweerder, de Gouverneur van Aruba, vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
De rechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat volgens artikel 41 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) een bezwaarschrift binnen dertig dagen na de dag van de aangevallen beschikking moet worden ingediend. Indien er geen beslissing is genomen, wordt de termijn geacht te zijn verstreken na een redelijke termijn, die in dit geval is vastgesteld op één jaar. Klaagster heeft haar bezwaarschrift echter zes maanden na haar verzoek ingediend, zonder de redelijke termijn af te wachten.
De rechter heeft geconcludeerd dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar bezwaar, omdat zij niet binnen de gestelde termijn heeft gehandeld. De uitspraak is gedaan door mr. E.M.D. Angela op 9 april 2018, en partijen hebben het recht om binnen dertig dagen hoger beroep in te stellen tegen deze beslissing.