Uitspraak
1.de Gouverneur van Aruba,
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
.Het bezwaar zal dan ook, wegens gebrek aan belang, niet-ontvankelijk worden verklaard.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, gaat het om een bezwaar van klager tegen een toegangsontzegging die hem was opgelegd door de Gouverneur van Aruba en de Minister van Financiën. Klager, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E.E. Rosenstand, had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van 27 januari 2017, waarbij hij met toepassing van artikel 87, onder c, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma) in zijn ambt was geschorst. Deze schorsing was eerder geschorst door een uitspraak van het gerecht op 24 april 2017. Klager stelde dat de motivering van de bestreden beschikking een herhaling was van de eerder geschorste beslissing en dat er geen reden was voor de schorsing.
De zitting vond plaats op 13 november 2017, waar klager en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de verweerders. Het gerecht overwoog dat de toegangsontzegging een voorlopige ordemaatregel is en geen disciplinaire straf inhoudt. Bovendien werd vastgesteld dat klager op 1 september 2017 eervol ontslag had gekregen, waardoor het belang van klager bij de beoordeling van de toegangsontzegging niet meer aanwezig was. Het gerecht verklaarde het bezwaar van klager niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang.
De uitspraak werd gedaan door mr. W.J. Noordhuizen op 9 april 2018, waarbij werd opgemerkt dat partijen het recht hebben om binnen dertig dagen hoger beroep in te stellen tegen deze beslissing.