ECLI:NL:OGAACMB:2018:31
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige voorziening in ambtenarenzaak betreffende inhouding op salaris
In deze zaak heeft verzoekster, werkzaam bij de Grifie der Staten, bezwaar gemaakt tegen een inhouding op haar salaris van januari 2018 van Afl. 1.640,67. Deze inhouding was het gevolg van haar ongeoorloofde afwezigheid, nadat zij was overgeplaatst naar de Directie Volksgezondheid. Verzoekster heeft op 22 februari 2018 een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend, omdat zij van mening was dat er geen sprake was van plichtsverzuim, aangezien zij toestemming had om thuis te blijven in afwachting van een beslissing van de minister over haar rechtspositie.
De zaak is op 16 maart 2018 behandeld, waarbij zowel verzoekster als de verweerders aanwezig waren. De rechter heeft overwogen dat verzoekster, ondanks eerdere waarschuwingen, haar werkzaamheden niet had hervat en dat er geen bewijs was van toestemming om thuis te blijven. De rechter concludeerde dat verzoekster haar verplichtingen niet was nagekomen en dat de inhouding op haar salaris gerechtvaardigd was.
Uiteindelijk heeft de rechter het verzoek van verzoekster afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor het treffen van een voorlopige voorziening, omdat het bezwaar in de hoofdzaak geen redelijke kans van slagen had. De uitspraak werd gedaan op 14 mei 2018 door mr. E.M.D. Angela, ambtenarenrechter, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.