ECLI:NL:OGAACMB:2018:32

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
14 mei 2018
Publicatiedatum
28 mei 2018
Zaaknummer
AUA201800588
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot voorlopige voorziening in ambtenarenrechtelijke geschil met betrekking tot functieplaatsing en vakantiedagen

Op 14 mei 2018 heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, vertegenwoordigd door mr. R.P.L. Lee, een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indiende. Dit verzoek was gericht tegen de Gouverneur van Aruba, de Minister van Toerisme, Volksgezondheid en Sport, en de Directeur van de Directie Volksgezondheid, vertegenwoordigd door dhr. A. Lumenier. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een beslissing van de directeur van de Directie Volksgezondheid, waarin zij werd geplaatst in de functie van registratie medewerker bij de afdeling Gezondheidsregistratie. Verzoekster stelde dat deze functie niet paste bij haar niveau en werkervaring en dat haar rechtspositie hierdoor werd aangetast.

Het proces begon met een bezwaarschrift op 2 maart 2018, gevolgd door een verzoek om voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 16 maart 2018, waarna de zaak werd verwezen voor akte uitlating. Verzoekster vroeg om schorsing van de bestreden beslissing en om terugdraaiing van haar vakantiedagen, totdat er in hoogste instantie was beslist. Het gerecht overwoog dat voor het treffen van een voorlopige voorziening slechts aanleiding bestaat indien verzoekster een spoedeisend belang heeft. Het gerecht oordeelde dat verzoekster onvoldoende had aangetoond dat er sprake was van een zodanig spoedeisend belang dat zij niet kon wachten op de beslissing in de bodemzaak.

Uiteindelijk heeft het gerecht het verzoek afgewezen, omdat niet was gebleken dat verzoekster in haar belangen werd geschaad door de plaatsing in de aangewezen functie. De uitspraak werd gedaan door mr. E.M.D. Angela, ambtenarenrechter, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Uitspraak d.d. 14 mei 2018
AUA201800588
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad als bedoeld in
artikel 94 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:
[verzoekster],
wonend in Aruba,
VERZOEKSTER
gemachtigde: mr. R.P.L. Lee,
gericht tegen:

1.De Gouverneur van Aruba,

2.De Minister van Toerisme, Volksgezondheid en Sport,
3.De Directeur van de Directie Volksgezondheid,
zetelend in Aruba,
VERWEERDERS.
gemachtigde: dhr. A. Lumenier (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Verzoekster heeft bij bezwaarschrift van 2 maart 2018 bezwaar gemaakt tegen het schrijven van de directeur van de Directie Volksgezondheid (DVG) van 23 februari 2018, waarbij aan verzoekster is bericht dat zij wordt geplaatst in de functie van registratie medewerker bij de afdeling Gezondheidsregistratie.
Verzoekster heeft zich op 2 maart 2018 tevens tot het gerecht gewend met het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening.
Het verzoek is op 16 maart 2018 ter zitting behandeld, alwaar zijn verschenen verzoekster bij haar gemachtigde voornoemd, en verweerders vertegenwoordigd door hun gemachtigde voornoemd.
Hierna is de zaak naar de rol van 26 maart 2018 verwezen voor akte uitlating zijdens verzoekster terzake voortprocederen.
Bij faxbericht van 20 maart 2018 heeft verzoekster het gerecht om uitspraak in de zaak verzocht.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Ingevolge artikel 94 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) kan een ambtenaar bij een met redenen omkleed verzoekschrift aan het gerecht in ambtenarenzaken een beslissing bij voorraad vragen in alle gevallen waarin een bezwaarschrift op grond van deze landsverordening kan worden ingediend, doch waarin ter voorkoming van onevenredig nadeel voor de ambtenaar, een onverwijlde voorziening wenselijk is. Voor honorering van het verzoek is in het algemeen grond, indien een aanmerkelijke kans bestaat dat de bestreden beslissing in de hoofdzaak niet in stand zal blijven.
2.2
Verzoekster verzoekt het gerecht - samengevat - om de bestreden beslissing van de directeur van de Directie Volksgezondgheid te schorsen en bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat verzoekster de beslissing op haar verzoek om overplaatsing thuis mag afwachten en te bepalen dat de zijdens haar genomen vakantiedagen (totaal 14,5 dagen vanaf 1 november 2017) worden teruggedraaid, alles totdat in hoogste instantie zal zijn beslist.
2.3
Voor het treffen van een voorlopige voorziening zal slechts aanleiding bestaan, indien verzoekster een zodanig spoedeisend belang heeft, dat niet van haar kan worden gevergd dat zij de beslissing in de bodemzaak afwacht.
Verzoekster stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar verzoek, daar haar rechtspositie door de bestreden beslissing wordt aangetast doordat zij - kort gezegd - in een functie wordt geplaatst die niet bij haar niveau en werkervaring past.
2.4
Verzoekster was werkzaam bij de Grifie der Staten en is met ingang van 1 december 2009 overgeplaatst naar de Directie Volksgezondheid (DVG) op de afdeling Juridische Zaken en Inspectie Taken in de functie van juridisch medewerker en inspectie medewerker. De inspectie en toezicht taken die vroeger bij deze afdeling behoorden zijn ingaande 18 juli 2017 ondergebracht bij de (nieuwe) Inspectie voor de Volksgezondheid Aruba (IVA ). De taken omtrent gezondheidsregistratie zijn geplaatst bij de nieuwe afdeling Gezondheidsregistratie bij de DVG.
Medewerkers van voornoemde afdeling Juridische Zaken en Inspectie Taken hadden de volgende mogelijkheden gekregen: Overgaan naar de IVA, overplaatsing naar een nieuwe afdeling bij de DVG, in dienst blijven van de DVG of overplaatsing naar een andere dienst binnen de overheid. Verzoekster heeft bij brief d.d. 18 juli 2017 de toenmalige minister van Volksgezondheid verzocht om overgeplaatst te worden naar een andere dienst binnen de overheid.
2.5
Bij brieven d.d. 30 oktober 2017 en 23 februari 2018 heeft de directeur van de Directie Volksgezondheid - samengevat - aan verzoekster medegedeeld dat zij (uitgaande van haar MBO diploma, werkervaring en gelet op de “mens volgt taak” principe) in aanmerking kan komen voor een plaatsing bij de afdeling Gezondheidsregistratie in de functie van registratie medewerker, dat deze plaatsing door het bevoegd gezag (de Gouverneur) zal worden vastgelegd, dat zij tot aan de formele vastlegging haar werkzaamheden bij de DVG dient voort te zetten en dat zij (gelet op artikel 17 lid 2 LMA) geen bezoldiging zal ontvangen over de tijd gedurende welke zij nalaat haar dienst te verrichten.
2.6
Niet valt in te zien welk belang van verzoekster wordt geschaad indien zij, in afwachting van een beslissing zijdens het bevoegd gezag op haar verzoek om (over)plaatsing, in de bij voornoemde brieven aangewezen functie wordt geplaatst. Verzoekster heeft naar het oordeel van het gerecht onvoldoende gemotiveerd gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, dat er sprake is van een zodanig spoedeisend belang dat niet van haar kan worden gevergd dat zij (werkende in de aangewezen functie) de beslissing in de bodemzaak afwacht. Het spoedeisend belang van verzoekster bij haar verzoek ten aanzien van de vakantiedagen is ook niet gebleken. Er is daarom geen aanleiding een voorziening te treffen. Het verzoek zal dan ook reeds op grond van het vorenstaande worden afgewezen.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gegeven door mr. E.M.D. Angela, ambtenarenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 14 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.