Uitspraak
VONNIS IN KORT GEDING
[eiser],
[gedaagde],
De procedure
De vaststaande feiten
- [eiser] heeft op 14 december 2016 de auto op zijn naam verzekerd;
- op 6 juli 2017 heeft [eiser] de motorrijtuigenbelasting voor de tweede helft van
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die op 2 februari 2018 door het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee voormalig partners, [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] vordert de afgifte van een KIA Rio 2015, die volgens hem aan hem toebehoort, en een schadevergoeding van US$ 19.000,-. De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst die op 29 november 2016 zou zijn gesloten, waarin [gedaagde] de auto aan [eiser] zou hebben verkocht. [Gedaagde] betwist echter dat de auto aan [eiser] is verkocht en stelt dat de koopovereenkomst enkel is opgesteld voor de verzekering.
De procedure begon op 17 november 2017 met een verzoekschrift van [eiser], gevolgd door een verweerschrift van [gedaagde] op 4 december 2017. De mondelinge behandeling vond plaats op 25 januari 2018. Het Gerecht oordeelt dat [eiser] onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de auto daadwerkelijk aan hem is overgedragen. De stellingen van [gedaagde] dat de koopovereenkomst enkel diende voor de verzekering en dat [eiser] financieel afhankelijk was van haar, worden door het Gerecht als aannemelijk beschouwd.
Uiteindelijk wijst het Gerecht de vorderingen van [eiser] af, evenals de geldvordering van [gedaagde] voor autohuurkosten. Het beslag op de auto wordt opgeheven en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door mr. G.P.M. van den Dungen en is uitvoerbaar bij voorraad.