In deze zaak heeft klager, wonende te Aruba, bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing door de Gouverneur van Aruba op zijn verzoeken om bevordering naar schaal 9 en 10, ingediend op 3 januari 2017. Klager heeft op 4 januari 2018 bezwaar gemaakt bij het gerecht, omdat er geen inhoudelijke beslissing was genomen. De behandeling van de zaak vond plaats op 11 juni 2018, waarbij klager in persoon en de verweerder vertegenwoordigd door zijn gemachtigde aanwezig waren. De uitspraak is gedaan op 15 oktober 2018.
Het gerecht heeft overwogen dat, aangezien de verweerder geen beslissing heeft genomen op de verzoeken van klager, klager terecht heeft aangenomen dat zijn verzoeken zijn geweigerd. Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en het gerecht heeft geoordeeld dat het bezwaar gegrond is. De fictieve beschikking van de verweerder wordt vernietigd en de verweerder wordt opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op de verzoeken van klager te beslissen.
De rechter heeft in zijn beslissing benadrukt dat de weigering om te beslissen niet als een afwijzende of goedkeurende beschikking kan worden gekwalificeerd. Dit betekent dat klager de mogelijkheid heeft om een procedureel middel in te zetten om de verweerder te bewegen tot besluitvorming. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en beide partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken.