In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van een klager tegen een disciplinaire straf die hem was opgelegd door de Gouverneur van Aruba. De klager had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 11 oktober 2017, waarbij hem een gedeeltelijke inhouding van zijn inkomen was opgelegd. Het bezwaar werd ingediend op 23 november 2017, wat één dag te laat was volgens de geldende termijn van dertig dagen. De klager stelde dat hij de bestreden beschikking op 24 oktober 2017 had ontvangen, maar het gerecht oordeelde dat de datum op het ontvangstbewijs, 23 oktober 2017, leidend was. De klager had zelf deze datum ingevuld en er was geen reden om aan te nemen dat deze onjuist was. Het gerecht verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat het niet binnen de wettelijke termijn was ingediend. De uitspraak werd gedaan op 1 oktober 2018, en beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.