ECLI:NL:OGAACMB:2018:95

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
1 oktober 2018
Publicatiedatum
7 januari 2019
Zaaknummer
AUA201703329
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen ingetrokken beslissing inzake rechtspositie van klaagster

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 1 oktober 2018 uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, die zich richtte tegen een beslissing van de Minister van Algemene Zaken, Wetenschap, Innovatie en Duurzame Ontwikkeling. Klaagster had bezwaar gemaakt tegen een brief van 20 november 2017 waarin haar werd medegedeeld dat zij geen aanspraak kon maken op terugkeer als directeur van het Arubahuis en dat zij haar werkzaamheden als leerkracht bij de Dienst Publieke Scholen diende te hervatten. Het bezwaar werd ingediend op 1 december 2017, waarna verweerder op 22 maart 2018 een contramemorie indiende en op 23 mei 2018 stukken overlegde. De behandeling vond plaats op 28 mei 2018, waarbij zowel klaagster als verweerder aanwezig waren met hun gemachtigden.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat de bestreden beslissing door verweerder niet langer werd gehandhaafd, wat het gerecht ertoe bracht om het bezwaar van klaagster gegrond te verklaren. Het gerecht oordeelde dat klaagster recht had op een vergoeding van Afl. 700,- voor de gemaakte kosten van rechtsbijstand. De uitspraak werd gedaan door mr. E.M.D. Angela en is openbaar uitgesproken. Beide partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.

Uitspraak

Uitspraak van 1 oktober 2018
GAZA nr. AUA201703329
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaar van:
[klaagster],
wonende te Aruba,
KLAAGSTER,
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.E. Mohamed,
tegen:
DE MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN, WETENSCHAP, INNOVATIE EN DUURZAME ONTWIKKELING,
zetelende te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: A. Lumenier (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij brief van 20 november 2017 heeft verweerder klaagster - kort gezegd - bericht dat zij geen aanspraak kan maken op terugkeer als directeur van het Arubahuis, tevens plaatsvervangend gevolmachtigde minister van het Kabinet van het Arubahuis en dat klaagster haar werkzaamheden als leerkracht bij de Dienst Publieke Scholen dient te hervatten.
Daartegen heeft klaagster op 1 december 2017 bezwaar ingesteld bij dit Gerecht.
Verweerder heeft op 22 maart 2018 een contramemorie ingediend.
Verweerder heeft op 23 mei 2018 stukken overgelegd.
De zaak is behandeld ter zitting van 28 mei 2018, alwaar zijn verschenen klaagster en verweerder bij hun gemachtigde voornoemd.
Hierna is uitspraak bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Verweerder heeft bij brief van 21 mei 2018 klaagster medegedeeld, dat zij de bestreden brief van 20 november 2017 inzake haar rechtspositie als niet verzonden kan beschouwen. Klaagster heeft ter zitting het gerecht verzocht om verweerder te veroordelen in de door haar in de onderhavige procedure gemaakte proceskosten.
2.2
Het gerecht constateert dat het onderhavige bezwaarschrift van klaagster is gericht tegen een - naar het gerecht begrijpt - inmiddels ingetrokken beslissing. Met het oog op de door klaagster verzochte vergoeding ter zake van de door haar in de onderhavige procedure gemaakte proceskosten, heeft zij, naar het oordeel van het gerecht, niettemin nog belang bij een inhoudelijke beoordeling van haar bezwaar.
2.3
Nu de bestreden beslissing door verweerder niet langer wordt gehandhaafd, moet het daartegen gerichte bezwaar van klaagster voor gegrond worden gehouden. Dit brengt mee dat aanleiding bestaat om aan klaagster op haar verzoek een vergoeding toe te kennen als tegemoetkoming in de door haar in de onderhavige procedure gemaakte kosten van rechtsbijstand. Het gerecht zal deze vergoeding voor het onderhavige bezwaar vaststellen op Afl. 700,-.
2.4
Beslist wordt als volgt.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar gegrond;
draagt het Land Aruba op het bedrag van Afl. 700,- aan klaagster te vergoeden voor de door haar gemaakte kosten van rechtsbijstand.
Deze uitspraak is gegeven door mr. E.M.D. Angela, ambtenarenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 1 oktober 2018 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.