Uitspraak
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO
[klager],
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet bezwaar tegen het schorsingsbesluit van 15 november 2018 on
gegrond.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao geoordeeld over het schorsingsbesluit van de Regering van Curaçao, waarbij klaagster, een ambtenaar werkzaam bij de Toelatingsorganisatie, voor de duur van zes maanden was geschorst. Dit besluit was genomen op basis van artikel 94 van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (LMA), omdat er een strafrechtelijk onderzoek tegen klaagster liep. Klaagster had bezwaar aangetekend tegen dit schorsingsbesluit en verzocht om een beslissing bij voorraad. Tijdens de zitting op 7 oktober 2019 heeft klaagster haar verzoek om een beslissing bij voorraad ingetrokken.
Het Gerecht heeft overwogen dat klaagster op de hoogte was van haar status als verdachte in een strafrechtelijk onderzoek sinds 28 augustus 2017. De Regering had klaagster in de gelegenheid gesteld om verweer te voeren tegen de voorgenomen schorsing, wat zij ook had gedaan. Het Gerecht concludeerde dat het schorsingsbesluit terecht was genomen, omdat het strafrechtelijk onderzoek nog steeds liep en er geen aanwijzingen waren dat de Regering onredelijk had gehandeld. Klaagster had niet voldoende onderbouwd dat het schorsingsbesluit niet van een draagkrachtige motivering was voorzien of dat de juiste procedure niet was gevolgd.
De uitspraak van het Gerecht bevestigde dat het schorsingsbesluit in stand kon blijven, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen binnen dertig dagen hoger beroep open bij de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken.