Uitspraak
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO
[klager],
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet bezwaar
niet-ontvankelijk.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft klager, wonende op Curaçao, bezwaar gemaakt tegen zijn benoeming in de functie van Medewerker Noodhulp/Handhaving, zoals vastgelegd in een landsbesluit van 28 oktober 2015. Klager ontving dit besluit op 16 december 2015 en diende zijn bezwaar pas op 25 juli 2016 in, wat buiten de wettelijke termijn viel. Klager stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat hij pas een week voor de indiening van het bezwaar op de hoogte was geraakt van de benoeming van drie rechercheurs in een hogere functie. Het Gerecht in Ambtenarenzaken oordeelde echter dat deze omstandigheid niet voldoende was om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. Het Gerecht benadrukte dat klager, indien hij het niet eens was met zijn functie, binnen de bezwaartermijn bezwaar had moeten maken. De miscommunicatie met de vakbond, die klager had gemachtigd om bezwaar in te dienen, werd ook niet als excuus geaccepteerd. Het Gerecht verklaarde het bezwaar derhalve niet-ontvankelijk en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 15 maart 2019 door rechter N.M. Martinez, in aanwezigheid van griffier S.N. Aswani. Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen binnen dertig dagen hoger beroep open bij de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken.