ECLI:NL:OGAACMB:2019:31

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
8 april 2019
Publicatiedatum
15 april 2019
Zaaknummer
AUA201802740
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen ingetrokken beschikking inzake waarnemerschap hoofd Bureau Multidisciplinair Centrum

In deze zaak heeft klaagster, wonende te Aruba, bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling, dat op 27 augustus 2018 werd genomen. Dit besluit betrof het waarnemerschap van klaagster in de functie van hoofd van het Bureau Multidisciplinair Centrum (BMDC). Klaagster heeft op 31 augustus 2018 bezwaar aangetekend bij het gerecht. De behandeling van de zaak vond plaats op 2 maart 2019, waarbij klaagster in persoon verscheen, bijgestaan door haar advocaat, mr. D.G. Kock, en de verweerder vertegenwoordigd werd door mr. T.V.H. Hassell van het ministerie van Onderwijs.

Tijdens de zitting heeft klaagster een brief overgelegd van verweerder, gedateerd 22 mei 2019, waarin werd medegedeeld dat de bestreden beschikking was ingetrokken. Klaagster verzocht om vergoeding van de proceskosten die zij in deze procedure had gemaakt. Het gerecht constateerde dat het bezwaarschrift van klaagster was gericht tegen een inmiddels ingetrokken beslissing, maar oordeelde dat klaagster nog steeds belang had bij de beoordeling van haar bezwaar.

De rechter heeft geoordeeld dat, nu de bestreden beschikking niet langer wordt gehandhaafd, het bezwaar van klaagster gegrond moet worden verklaard. Tevens werd besloten dat klaagster recht heeft op een vergoeding van Afl. 1.000,- voor de gemaakte kosten van rechtsbijstand. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers op 8 april 2019, en beide partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken.

Uitspraak

Uitspraak van 8 april 2019
GAZA nr. AUA201802740

GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[klaagster],

wonende te Aruba,
KLAAGSTER,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN DUURZAME ONTWIKKELING,

zetelende te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. T.V.H. Hassell (ministerie van onderwijs).

PROCESVERLOOP

Bij brief van 27 augustus 2018 (de bestreden beschikking) heeft verweerder een besluit genomen over het waarnemerschap door klaagster van de functie van het hoofd van het Bureau Multidisciplinair Centrum (BMDC).
Hiertegen heeft klaagster op 31 augustus 2018 bezwaar gemaakt bij het gerecht.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 maart 2019. Klaagster is in persoon verschenen bijgestaan door haar gemachtigde en verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Ter zitting heeft klaagster een brief d.d. 22 mei 2019 overgelegd van verweerder dat de bestreden beschikking is ingetrokken. Klaagster heeft ter zitting verzocht om verweerder te veroordelen in de door klaagster in de onderhavige procedure gemaakte proceskosten.
2. Het gerecht constateert dat het onderhavige bezwaarschrift van klager is gericht tegen een inmiddels ingetrokken beslissing. Bij brief van 22 maart 2019 is de bestreden beschikking ingetrokken. Met het oog op de door klaagster verzochte vergoeding ter zake van de door haar gemaakte proceskosten, heeft zij, naar het oordeel van het gerecht, niettemin nog belang bij een beoordeling van haar bezwaar.
3. Nu de bestreden beschikking door verweerder niet langer wordt gehandhaafd, moet het daartegen gerichte bezwaar van klaagster voor gegrond worden gehouden. Dit brengt mee dat aanleiding bestaat om aan klaagster op haar verzoek een vergoeding toe te kennen als tegemoetkoming in de door haar in de onderhavige procedure gemaakte kosten van rechtsbijstand. Het gerecht zal deze vergoeding voor het onderhavige bezwaar vaststellen op Afl. 1.000,-.
4. Beslist wordt als volgt.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar gegrond;
draagt verweerder op het bedrag van Afl. 1.000,- aan klaagster te vergoeden voor gemaakte kosten van rechtsbijstand.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in ambtenarenzaken, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag, 8 april 2019 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.