ECLI:NL:OGAACMB:2019:35

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
16 april 2019
Publicatiedatum
30 april 2019
Zaaknummer
CUR201700036
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • N.M. Martinez
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens termijnoverschrijding in ambtenarenrecht

In deze zaak heeft klager, een ambtenaar, bezwaar gemaakt tegen zijn benoeming in de functie van Senior Tactisch Rechercheur LEC, zoals vastgelegd in een plaatsingsbesluit van 23 december 2015. Dit besluit werd pas op 23 december 2016 aan klager uitgereikt. Klager heeft echter op basis van een loonstrook van maart 2016, die hij eerder had ontvangen, kunnen vernemen dat hij in een nieuwe functie was benoemd. Klager heeft op 20 januari 2017 bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De rechter oordeelde dat klager al op 31 maart 2016 op de hoogte was van zijn benoeming en dat de bezwaartermijn op 30 april 2016 was verstreken. Klager's argument dat hij niet op de hoogte was van de wijziging op zijn loonstrook werd niet geaccepteerd, aangezien dit voor zijn eigen rekening kwam. De rechter besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk.

Uitspraak

GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO

Uitspraak
in de zaak van:

[klager],

wonende in Curaçao,
klager,
gemachtigde: mr. B.L. Lie Atjam, advocaat,
tegen

de Regering van Curaçao,

verweerster,
gemachtigde: mr. P. Tweeboom, advocaat.

Procesverloop

Bij landsbesluit van 23 december 2015, door klager ontvangen op 23 december 2016, is klager per 1 december 2013 benoemd in de functie van Senior Tactisch Rechercheur LEC (het plaatsingsbesluit).
Daartegen heeft klager op 20 januari 2017 bezwaar gemaakt bij dit Gerecht.
Verweerster heeft een contramemorie ingediend.
De zaak is behandeld ter zitting van het Gerecht op 11 maart 2019. Klager is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 41, eerste lid, van de Regeling Ambtenarenrechtspraak (RAr) wordt het bezwaarschrift ingediend binnen dertig dagen na de dag, waarop de aangevallen beschikkingen of de aangevallen handeling of weigering genomen, verricht of uitgesproken is. Op grond van het derde lid wordt hij die bezwaar inbrengt na de hiervoor bepaalde termijn, niet op grond daarvan niet-ontvankelijk verklaard, indien hij ten genoegen van de rechter aantoont, het bezwaar te hebben ingebracht binnen dertig dagen na de dag, waarop hij van de aangevallen beschikking, handeling of weigering redelijkerwijs heeft kunnen kennis dragen.
2. Hoewel het plaatsingsbesluit pas op 23 december 2016 aan klager is uitgereikt, heeft hij al op grond van de door verweerster overgelegde loonstrook van maart 2016 kunnen vernemen dat hij benoemd is in de functie van Senior Tactisch Rechercheur LEC. Klager heeft ter zitting erkend dat hij die loonstrook in maart 2016 heeft ontvangen. Derhalve kan worden aangenomen dat klager in ieder geval op 31 maart 2016 bekend was met het feit dat hij in een nieuwe functie is geplaatst. De bezwaartermijn is op grond van artikel 41, derde lid, van de RAr dan ook op 30 april 2016 verstreken. Klager heeft pas op 20 januari 2017, en dus te laat bezwaar gemaakt tegen het plaatsingsbesluit. Dat het klager niet is opgevallen dat op zijn loonstrook een andere functie is vermeld, is een omstandigheid die voor zijn rekening en risico dient te komen. Het bezwaar zal niet-ontvankelijk worden verklaard.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het Gerecht in Ambtenarenzaken
verklaarthet bezwaar
niet-ontvankelijk.
Aldus gedaan door mr. N.M. Martinez, rechter in ambtenarenzaken, en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2019 in tegenwoordigheid van mr. S.N. Aswani, griffier.
Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger of gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest, en in alle andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van toezending van de uitspraak of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, hoger beroep open op de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken. Zie titel IV hoofdstuk 1 van de RAr.