In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 14 december 2020 uitspraak gedaan over het bezwaar van de Gouverneur van Aruba tegen een disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag. De Gouverneur had op 16 mei 2019 een disciplinaire straf opgelegd aan klaagster, die werkzaam was als ambtenaar bij het Departamento di Integracion, Maneho y Admision di Strahero (DIMAS). Klaagster had zich schuldig gemaakt aan plichtsverzuim door cliënten naar haar (ex)partner te verwijzen voor bemiddeling, wat leidde tot twijfels over haar integriteit. Klaagster betwistte de beschuldigingen en voerde aan dat haar handelen gebruikelijk was binnen de organisatie. Het gerecht oordeelde dat het tijdsverloop tussen de verweten gedraging en de oplegging van de straf onredelijk was, waardoor de disciplinaire straf niet meer kon worden opgelegd. Het bezwaar van klaagster werd gegrond verklaard, en de bestreden beschikking werd vernietigd. Verweerder werd veroordeeld tot betaling van proceskosten aan klaagster.