ECLI:NL:OGAACMB:2020:16

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
10 februari 2020
Publicatiedatum
4 mei 2020
Zaaknummer
AUA201902041
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen het uitblijven van een beslissing op een bevorderingsverzoek in ambtenarenrecht

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 10 februari 2020 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van de Gouverneur van Aruba, hierna klaagster genoemd. Klaagster had eerder een bevorderingsverzoek ingediend op 24 maart 2017, waarover het gerecht op 7 januari 2019 had geoordeeld. Het gerecht had verweerder opgedragen om binnen drie maanden op het verzoek te beslissen. Klaagster diende op 29 mei 2019 een bezwaarschrift in, omdat verweerder niet tijdig had beslist. Verweerder heeft op 17 juni 2019 alsnog een beslissing genomen, maar klaagster was niet verschenen op de zitting van 6 januari 2020, ondanks een behoorlijke oproep.

Het gerecht overwoog dat, volgens artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La), een ambtenaar een bezwaarschrift kan indienen als er niet of niet volledig gevolg is gegeven aan een rechterlijke beslissing. Het gerecht concludeerde dat verweerder alsnog uitvoering had gegeven aan de eerdere uitspraak en dat klaagster geen procesbelang meer had, omdat er inmiddels een beslissing was genomen op haar bevorderingsverzoek. Hierdoor werd het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

De rechter, mr. M.E.B. de Haseth, gaf aan dat er geen grondslag was voor een proceskostenveroordeling en dat klaagster in hoger beroep kon gaan bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en de partijen werden geïnformeerd over de procedure voor hoger beroep.

Uitspraak

Uitspraak van 10 februari 2020
Gaza nr. AUA201902041

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaarschrift ex artikel 96 van de
Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:

[klaagster],

wonend te Aruba,
KLAAGSTER,
procederend in persoon,
tegen:

de Gouverneur van Aruba,

zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: A. Lumenier (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van dit gerecht van 7 januari 2019 (AUA201802042) heeft het gerecht het bezwaar van klaagster, gericht tegen het uitblijven van een beslissing op haar bevorderingsverzoek van 24 maart 2017, gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beschikken.
Klaagster heeft op 29 mei 2019 een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (hierna: La) bij het gerecht ingediend.
Verweerder heeft op 6 augustus 2019 stukken ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 januari 2020, waar is verschenen verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd. Klaagster is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Ingevolge het eerste lid van artikel 96 van de La is de ambtenaar bevoegd een bezwaarschrift bij het gerecht in te dienen, indien aan een bij onherroepelijk geworden rechterlijke beslissing opgelegde veroordeling niet of niet volledig gevolg wordt gegeven.
Ingevolge het derde lid veroordeelt het gerecht, indien het bezwaar gegrond wordt bevonden, het betrokken lichaam tot vergoeding en stelt het met inachtneming van alle omstandigheden het bedrag der schadevergoeding vast.
2. Verweerder heeft op 17 juni 2019 alsnog beslist op het bevorderingsverzoek van klaagster. Een afschrift van deze beschikking is door verweerder op 6 augustus 2019 als productie overgelegd.
3. Verweerder heeft, zij het buiten de daarvoor gegeven termijn, een reële beslissing genomen op het bevorderingsverzoek van klaagster van 24 maart 2017 en heeft derhalve alsnog uitvoering heeft gegeven aan de uitspraak van het gerecht van 7 januari 2019. Gelet hierop en nu klaagster ook overigens geen belang heeft gesteld, is het belang aan het bezwaar komen te ontvallen.
4. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het bezwaar wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk is.
5. Gegeven deze beslissing bestaat voor een proceskostenveroordeling geen wettelijke grondslag.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in ambtenarenzaken te Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag,10 februari 2020, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.