Uitspraak
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO
[klager],
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet bezwaar
ongegrond.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao op 10 juni 2020 uitspraak gedaan in een bezwaar van klager, een Aspirant Kommies, tegen zijn ontslag. Klager was per 15 februari 2020 ontslagen op basis van artikel 99 van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (LMA) vanwege ernstig plichtsverzuim. Klager ontkende de hem verweten gedragingen en stelde dat hij nooit een slechte beoordeling had ontvangen. Hij voerde aan dat het ontslag disproportioneel was en dat hij geen verbeterkans had gekregen. Verweerster, de Regering van Curaçao, stelde echter dat er overtuigend bewijs was van klagers plichtsverzuim, onderbouwd door getuigenverklaringen. Het Gerecht oordeelde dat het niet ging om strafbare feiten, maar om deugdelijk vastgestelde gegevens over plichtsverzuim. Het Gerecht concludeerde dat klager zich schuldig had gemaakt aan ernstig plichtsverzuim en dat verweerster in redelijkheid tot ontslag kon overgaan. Klager had geen recht op een verbeterkans, gezien zijn gedrag tijdens de opleiding. Het bezwaar van klager werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.