Uitspraak
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO
[klager],
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet bezwaar
ongegrond.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao op 15 juni 2020 uitspraak gedaan in een disciplinaire procedure tegen een ambtenaar van politie, klager, die was teruggezet in rang wegens ongepaste bejegening van een burger. Klager, die sinds 1990 als ambtenaar van politie werkzaam was, had op 28 september 2017 een boete opgelegd aan een burger, [K], en had deze vervolgens op ongepaste wijze uit het bureau geduwd. De disciplinaire straf werd opgelegd door de Regering van Curaçao, en klager maakte bezwaar tegen deze straf. Tijdens de zitting op 14 mei 2020 werd klager bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de verweerster werd vertegenwoordigd door haar advocaat. Het Gerecht oordeelde dat klager in strijd met de goede procesorde had gehandeld door nieuwe bezwaargronden pas ter zitting aan te voeren, waardoor de verweerster niet in staat was haar verweer goed voor te bereiden. Het Gerecht concludeerde dat het plichtsverzuim van klager, dat door een deugdelijk onderzoek was vastgesteld, de opgelegde straf rechtvaardigde. Klager had niet voldoende onderbouwd dat de straf onredelijk zwaar was, en het bezwaar werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door rechter N.M. Martinez en was openbaar.