Uitspraak
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO
Nicros D. CASPER,
de minister van Justitie,
Procesverloop
Overweging
Beslissing
verklaarthet bezwaar
niet-ontvankelijk.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een bezwaar van klager, Nicros D. Casper, tegen de intrekking van een maandelijkse toelage door de minister van Justitie van Curaçao. De toelage was oorspronkelijk toegekend bij ministeriële beschikking van 30 september 2011 voor de duur van de aanstelling in het Intern Bijstand Team. De intrekking vond plaats op 22 februari 2019, en klager ontving deze beschikking op 21 maart 2019. Klager maakte op 7 mei 2019 bezwaar tegen deze intrekking, maar het Gerecht in Ambtenarenzaken oordeelde dat dit bezwaar te laat was ingediend, aangezien de bezwaartermijn op 22 april 2019 was verstreken.
Klager voerde aan dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat hij op 24 april 2019 een verzoek tot verlenging van de bezwaartermijn had ingediend. Het Gerecht oordeelde echter dat de minister niet bevoegd was om de wettelijke termijn te wijzigen. Bovendien was de brief van klager, waarin hij om verlenging vroeg, na het verstrijken van de bezwaartermijn ingediend. Klager stelde ook dat hij het bezwaar binnen de termijn van de Landsverordening administratieve rechtspraak had ingediend, maar ook deze stelling werd verworpen. Het Gerecht concludeerde dat de onbekendheid met de geldelijke wettelijke regeling voor risico van klager kwam, en dat hij zich had kunnen laten bijstaan door een advocaat.
Uiteindelijk verklaarde het Gerecht het bezwaar niet-ontvankelijk en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter N.M. Martinez en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2020, met griffier O.H.M. Leito aanwezig. Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen binnen dertig dagen hoger beroep open bij de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken.