Uitspraak
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO
[klager],
de minister van Financiën,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet bezwaar
ongegrond.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft klager, een ambtenaar werkzaam bij het Ministerie van Financiën in Curaçao, bezwaar gemaakt tegen de verlenging van een toegangsontzegging die aan hem was opgelegd. De toegangsontzegging was in eerste instantie opgelegd op 14 februari 2020 voor de duur van drie maanden in verband met een intern onderzoek naar zijn functioneren. Deze termijn werd verlengd op 8 mei 2020 en opnieuw op 31 juli 2020. Klager heeft op 26 augustus 2020 bezwaar aangetekend tegen de laatste verlenging. Tijdens de zitting op 7 oktober 2020 heeft klager zijn verzoek om een voorziening bij voorraad ingetrokken.
Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft overwogen dat de toegangsontzegging een ordemaatregel is die niet gelijk te stellen is met een schorsing. De beslissing om de toegangsontzegging te verlengen is gerechtvaardigd door de noodzaak om het interne onderzoek naar klager's functioneren voort te zetten, waarbij vertrouwelijke informatie betrokken is. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verlenging van de toegangsontzegging noodzakelijk was, gezien de omstandigheden waaronder het onderzoek plaatsvond, waaronder de impact van de coronamaatregelen.
Uiteindelijk heeft het Gerecht geoordeeld dat het bezwaar van klager ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter N.M. Martinez en is openbaar uitgesproken op 12 oktober 2020. Klager heeft de mogelijkheid om binnen dertig dagen hoger beroep aan te tekenen bij de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken.