Uitspraak
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO
[klaagster],
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet bezwaar
ongegrond.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao op 4 november 2020 uitspraak gedaan over een bezwaar van klaagster, die zich had gewend tot het Gerecht omdat de Regering van Curaçao geen gevolg had gegeven aan een eerdere uitspraak van 10 mei 2019. In die eerdere uitspraak was de Regering opgedragen om binnen drie maanden een beslissing te nemen op het verzoek van klaagster, dat dateerde van 3 oktober 2016. Klaagster had bezwaar gemaakt op grond van artikel 96 van de RAr, omdat de verweerster niet had gehandeld conform de uitspraak.
Tijdens de zitting op 28 september 2020 hebben beide partijen zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Het Gerecht overwoog dat op basis van artikel 96, eerste lid, van de RAr een ambtenaar bevoegd is om een bezwaarschrift in te dienen indien niet of niet volledig gevolg is gegeven aan een onherroepelijke beslissing van het Gerecht. Het Gerecht stelde vast dat het niet duidelijk was wat de inhoud van de beslissing van de verweerster had moeten zijn, waardoor het niet mogelijk was om vast te stellen of het niet nakomen van de uitspraak schade had veroorzaakt voor klaagster.
Het Gerecht concludeerde dat er geen sprake was van een veroordeling tot benoeming van klaagster in de door haar geambieerde functie, en dat artikel 96 van de RAr in dit geval niet van toepassing was. De bepaling van artikel 98 van de Landsverordening administratieve rechtspraak, die een mogelijkheid biedt om verweerster opnieuw op te dragen om te beslissen, was niet van toepassing. Het bezwaar van klaagster werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor schadevergoeding of veroordeling van verweerster in de proceskosten.